BOL 24 juni

1 / 38
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nieuws van de week
.
- Veel belangstelling voor Janssen-vaccin

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nieuws van de week

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nieuws van de week
-
EK 2020
.
Zondag > Tsjechie - Nederland 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Communicatie, verkopen en hospitality

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Klanttypes

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Vind je de verkoper vriendelijk en beleefd?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is de verkoper hulpvaardig (dienstvaardig)?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Denk je dat verkoper klantgericht handelt?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Was de klant tevreden?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Klachtgesprek

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van een klachtgesprek?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is het doel van een klachtgesprek?

  • Het conflict naar tevredenheid van beide kanten oplossen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tips bij een klachtgesprek
- Laat de klant stoom afblazen. Reageer pas als de ander helemaal uitgepraat is.
- Actief luisteren, doorvragen en samenvatten.
-  Begrip tonen en de klacht serieus nemen.
- Ga samen op zoek naar een oplossing.
- Vraag de klant of de klant tevreden is met deze afhandeling.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het klachtgesprek kun je opbouwen in vier fasen:

1. Eerste contact
2. Klacht in beeld brengen
3. Zoeken naar een oplossing
4. Afscheid nemen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Klachtgesprek
Drie soorten klachten:

  1. Ongegronde klacht
  2. Gegronde klacht
  3. Aanvechtbare klacht

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is waar?
Bij een aanvechtbare klacht ligt de schuld bij...:
A
het bedrijf
B
de klant
C
bij beide partijen
D
de docent

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Johan koopt een voorverpakte maaltijdsalade. Thuis ziet hij dat de THT-datum gisteren was verstreken. Hij klaagt bij de winkel. Dit is een..
A
Gegronde klacht
B
Ongegronde klacht
C
Aanvechtbare klacht
D
Johan moet niet zeuren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van een ongegronde klacht

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Bij een boze klant is het verstandig om een afwachtende houding aan te nemen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht oplossen klacht
3 casussen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Consumentenrecht

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar heeft een consument recht op bij een gegronde klacht?
A
Nergens op
B
Geld terug bij laten zien van het bonnetje
C
Een vervangend product of tegoedbon
D
Korting op een volgende aankoop

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bij een gegronde klacht, heeft de consument recht op een..
.
• Een vervangend product 
• Geld terug geven
• Een tegoedbon verstrekken.

Slide 26 - Slide

Voedingsmiddelen mogen vanwege veiligheid niet worden teruggenomen.
Je kunt een klant dus niet iets laten omruilen omdat hij zich bedacht heeft.
Een goede informatievoorziening kan klachten bij versbedrijven en fastservicebedrijven
voorkomen. Stel dat
Wetgeving
Een product moet voldoen aan de verwachtingen, afhankelijk van de:
- Het soort product
- De prijs van het product
- De formule
- De verstrekte informatie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat mag je verwachten van een versproduct?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Wat mag je verwachten van een versproduct / maaltijd?
.

• het compleet is
• het vers is (houdbaarheidsdatum)
• erin zit wat erop staat
• het smakelijk is.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Winkelcriminaliteit
• Diefstal
• Overval
• Zakkenrollen
• Skimmen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Diefstal
Altijd aangifte doen!

Betrap je een dief? 
> Aanhouden en politie bellen!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Voorkomen?
  • Begroet de klant
  • Overzicht in je winkel
  • Camera's en spiegels

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

RAAK: De R staat voor?
A
Reageren
B
Ratelen
C
Repareren
D
Rustig blijven

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

RAAK: Waar staan de A's voor
A
Afgeven en Aanraden
B
Aanvallen en Aankijken
C
Accepteren en afgeven
D
Accepteren en Aanvallen

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

RAAK: De K staat voor?
A
Klussen
B
Kijken
C
Kopieren
D
Kans geven

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Overval
R     -    Rustig blijven
A     -    Accepteren
A     -    Afgeven
K     -    Kijken

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Zakkenrollen
Skimmen

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Een quiz 
Test je kennis!
Quizizz

Slide 38 - Slide

This item has no instructions