7.1 Wat is Criminaliteit

Criminaliteit
Hoofdstuk 7.1: Wat is Criminaliteit
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Criminaliteit
Hoofdstuk 7.1: Wat is Criminaliteit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Asociaal
Asociaal gedrag is:
  • Gedrag waarbij je geen rekening houdt met ander

  • Of in andere woorden

  • Niet sociaal gedrag: je past je niet aan

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van de les weet je:
  • Wat criminaliteit is;
  • Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf;
  • Wat een strafblad is.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat vind jij asociaal hier op school?
(Of gebeurt er niets asociaals)

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Is asociaal gedrag strafbaar?
  • Vaak niet
  • Soms wel
  • Wanneer niet denk je?
  • Wanneer wel? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Overtreding of misdrijf?
De wet maakt verschillen tussen overtredingen en misdrijven
  • Overtreding: Strafbaar feit, minder erg
  • Voorbeeld: Door rood licht rijden
  • Misdrijf: Ernstige strafbare feiten
  • Voorbeeld: Diefstal, Vernieling, verkrachting,
    moord, handel in drugs

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de bus zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Overtreding of misdrijf?
DUS LET OP:
  • Winkeldiefstal is een misdrijf! Bij een misdrijf:
  • Word je door de politie verhoord
  • Soms vastgehouden,  én
  • Kan  er een rechter aan te pas komen, én
  • krijg je een Strafblad, én
  • dat heeft gevolgen voor werk en stage want: 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Overtreding of misdrijf?
Strafblad.
Gevolg: 
  • Bepaald  werk kan je niet uitvoeren 
  • Sommige landen mag je niet in
  • Filmpje: 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Dus: als je één blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer crimineel?
  • Eigenlijk bij alles wat verboden is, maar
  • beter: Criminaliteit  bij alle misdrijven die in de wet staan 
  • Een keer te hard rijden = Niet crimineel
  • Te hard rijden met drank op en een ongeluk veroorzaken:
    Wel crimineel.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Filmpje
  • Let goed op. Er worden tussendoor vragen gesteld!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

7

Slide 16 - Video

Deze film duurt 14 minuten. 
Starten in les 2 lijkt mij
00:50
Jullie?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

02:11
Stelen van een fiets. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

02:43
Okay, hij ging met de groep mee. Hoe noemden we dit ook alweer? (Hoofdstuk 1)

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

04:39
Waarom ging deze jongen af en toe het criminele pad op?
A
Hij deed het voor de fun
B
Hij vond dat hij soms geen andere keuzes had .
C
Hij moest mee met zijn vrienden
D
Geldgebrek

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

07:27
De rest van je leven schulden, of een overval plegen?
A
Rest van mijn leven schulden
B
Overval

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

11:17
Denk jij dat je altijd kunt voorkomen dat je in de criminaliteit terecht komt? Geef daarbij een argument.
Dus: Ja, want... of Nee, want......

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

12:49
Je hebt volgens het meisje niet alles in je eigen handen. Ben je het daarmee eens?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Samenvatting
Maak de sleepvragen.
(2 slides)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Als iemand fatsoensregels overtreedt, noemen we dit                         gedrag. Als je een wet overtreedt, 

dan is dat                               gedrag. Als je niet stopt bij een rood stoplicht, is dat een                            , de politie kan je een bekeuring geven. 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Diefstal is een voorbeeld van een                                        De                            moet dan  voor de rechter komen.

Als je schuldig bent, kan de rechter een straf geven. Je krijgt dan een 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk.
Maken: Online, hoofdstuk 7.1 "Wat is criminaliteit".

Als het echt niet anders kan in het werkboek.
Aantonen dat je het gemaakt hebt. 
Succes!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions