Herhaling H1

Herhaling §1.2
Waarom koop je dat?
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling §1.2
Waarom koop je dat?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jij hebt al jaren dezelfde telefoon. Een klasgenoot heeft altijd de nieuwste iPhone. Dit heeft vooral te maken met verschil in:
A
Budget
B
Geslacht
C
Leeftijd
D
Smaak

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De prijs van een t-shirt is € 19. In de uitverkoop krijg je 65% korting. Bereken de prijs in de uitverkoop.

Slide 12 - Open question

1. € 19 : 100 x 65 = € 12,35 korting.
2. € 19 - € 12,35 = € 6,35

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Herhaling §1.3
Sta je sterk als consument?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Wat zijn consumentenorganisaties ook alweer?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Herhaling §1.4
Kom je uit met je geld?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Reken de volgende uitgaven om:

€ 45 per week = € … per maand
€ 250 per maand = € … per week

Slide 30 - Open question

- € 45 x 52 = € 2.340 : 12 = € 195 per maand
- € 250 x 12 = € 3.000 : 52 = € 57,69 per week

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Volgend jaar wil je naar een zeilkamp. Dat kost € 455. Over 7 maanden moet je het betalen. Bereken hoeveel je vanaf nu per maand moet reserveren.

Slide 33 - Open question

€ 455 : 7 = € 65 per maand