Oefentoets procestechnologie

Oefentoets procestechnologie
02-06-2025
1 / 41
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Oefentoets procestechnologie
02-06-2025

Slide 1 - Slide

Bij de keuze voor een nieuwe machine moet je rekening houden met ... belangrijke eisen
1
2
3

Slide 2 - Poll

Bij de keuze voor een nieuwe machine houdt je rekening met:

1. Hygiënische uitvoering (bijv. schoonmaakgemak)
Je houdt rekening met smeermiddelen, technische uitvoering en gebruikte materialen)
2. Veiligheids- en arbonormen (bijv. draaiende delen afgeschermd)
3. Productspecifieke eigenschappen van het materiaal               
 (bijv. rendement, slijtage, onderhoud, etc.)

Slide 3 - Slide

Apparatuur in de vers sector wordt zwaar belast door?

Slide 4 - Open question

Apparatuur in de vers sector wordt zwaar belast door
  • Dagelijkse demontage
  • Dagelijkse reiniging
  • Dagelijkse montage
  • Productwisselingen met onderdelenruil
  • Agressieve en vetoplossende reinigingsmiddelen
  • Hoge waterdruk met wisselende temperaturen
  • Condensvorming door wisselende omgevingstemperaturen.

Slide 5 - Slide

Het smeren van de scharnieren van een deuren het schoonmaken van machineonderdelen zijn vormen van...
A
Correctief onderhoud
B
Preventief onderhoud

Slide 6 - Quiz

Wat wordt er in de theorie gezegd over schoonmaken in relatie tot machines?

Slide 7 - Open question

Schoonmaken machines
  1. Optimaal functioneren
  2. Fijner en veiliger werken
  3.  Kwalitatief betere producten

Slide 8 - Slide

Het smeren van een machine is belangrijk voor het weren van vuil- of restmateriaal uit bewegende delen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 9 - Quiz

Met welke 3 dingen moet je rekening houden om (ver)storingen te voorkomen?

Slide 10 - Open question

Met welke 3 dingen moet je rekening houden om (ver)storingen te voorkomen?
  1. Reinigen
  2. Onderhoud
  3. Demontage en montage van apparatuur 

Slide 11 - Slide

Storingen kunnen komen door?

Slide 12 - Mind map

Oorzaken storingen
  1. Water
  2. Condens
  3. Niet smeren
  4. Schoonmaakmiddelen
  5. Verkeerde montage
  6. Temperatuur van product
  7. Verkeerd gebruik, etc. 

Slide 13 - Slide

Elektriciteit ontstaat door het verplaatsen van elektronen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Drag question

Welke beveiliging wordt gebruikt in een stroomkring?
A
Smeltzekering
B
Aardlekschakelaar
C
Randaarde
D
A, B en C zijn goed

Slide 16 - Quiz

Smeltzekering
Wat is het? Een dun draadje in een houder.

Wat doet het? Als er te veel stroom doorheen gaat (bijvoorbeeld bij kortsluiting), dan smelt het draadje en wordt de stroom gestopt.

Waarom? Om brand of schade aan apparaten te voorkomen.

Let op: Je moet de zekering vervangen als hij is doorgesmolten.

Slide 17 - Slide

Aardlekschakelaar
Wat is het? Een schakelaar in de meterkast die de stroom uitzet als er ergens stroom weglekt.

Wat doet het? Beschermt mensen tegen elektrische schokken.

Hoe werkt het? Meet of de stroom die erin gaat ook weer terugkomt. Zo niet → schakelt de stroom automatisch uit.

Slide 18 - Slide

 Randaarde
Wat is het? Een extra draad in het stopcontact (vaak met metalen lipjes).

Wat doet het? Voert foutstroom veilig naar de aarde (grond), zodat je geen schok krijgt.

Waarvoor? Voor apparaten met een metalen buitenkant, zoals een wasmachine of oven.

Slide 19 - Slide

Stroomkring

Slide 20 - Slide

Elektrisch vermogen
Spannings-bron
Stroomsterkte
Weerstand
Eenheden
Ohm
Watt
Ampère
Volt

Slide 21 - Drag question

Welke bedrijfsprocessen ken je?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Financiële administratie is een voorbeeld van een...
A
Primair proces
B
Secundair proces
C
Besturingsproces

Slide 24 - Quiz

De productieplanning is een voorbeeld van een...
A
Primair proces
B
Secundair proces
C
Besturingsproces

Slide 25 - Quiz

Ontvangst en opslag van goederen zijn voorbeelden van...
A
Primaire processen
B
Secundaire processen
C
Besturingsprocessen

Slide 26 - Quiz

Welk schema?
Je leest van onder naar boven. Ingaande stoffen links. Uitgaande stoffen rechts. Apparatuur wordt niet vermeld.
A
Processchema
B
Stroomschema
C
Regelkring

Slide 27 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?


Slide 28 - Open question

Bij deze methode staat doorvragen centraal.
A
6M methode
B
Pareto methode
C
5W1H methode
D
PDCA cyclus/ Deming-cirkel

Slide 29 - Quiz

Welke stelling over de 5W1H methode is juist?
A
De antwoorden gaan nog niet richting een oplossing.
B
Het probleem wordt duidelijk.
C
A en B zijn allebei juist.
D
A en B zijn allebei onjuist.

Slide 30 - Quiz

Geef twee voorbeelden van vragen die je met de 5W1H methode kan stellen.

Slide 31 - Open question

Het doel van de 6M methode is...
A
om problemen in kaart te brengen.
B
om oorzaken van problemen in kaart te brengen.
C
om oplossingen voor problemen in kaart te brengen.

Slide 32 - Quiz

Welke 6 oorzaken worden bedoeld bij de 6M methode? en wie betrek je bij het invullen?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Schrijf op wat je weet over de Pareto Analyse.

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

leg uit wat de PDCA cyclus/Deming circel is

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Welk voorbeeld hoort bij een microbiologisch gevaar binnen HACCP?
A
Glas in een pot jam
B
Salmonella op kipfilet
C
Reinigingsmiddel in soep
D
Plastic deeltje in salade

Slide 39 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een chemisch gevaar volgens HACCP?
A
Metaalsplinter in gehakt
B
Te veel zout in een recept
C
Reinigingsmiddelresten op een snijplank
D
Onderkoelde vis

Slide 40 - Quiz

Welk voorbeeld hoort bij een fysische gevaar in voedselveiligheid (HACCP)?
A
Een bacterie op rauwe kip
B
Reinigingsmiddel op een snijplank
C
Metaaldeeltje in een broodje
D
Bewaren van soep boven 7°C

Slide 41 - Quiz