This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Attractiepark
Het nieuwe thema van Blits
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Video
This item has no instructions
Motiverende opening
Ben jij wel eens in een attractiepark geweest?
Waar was dat?
Wat is je lievelingsattractie?
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat feiten, meningen, oorzaken en gevolgen zijn.
Slide 4 - Slide
Geef de leerlingen een duidelijk beeld van wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Verloop van de les
- korte uitleg
- zelfstandig werken
- nabespreken
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Feiten
Feiten zijn dingen die echt gebeurd zijn en is echt waar. Er is ook bewijs dat dat echt zo is. Je kan feiten niet veranderen.
Een voorbeeld:
Juf Marit geeft les in groep 5/6.
Er zit 24 uur in een dag.
Slide 6 - Slide
Leg uit wat feiten zijn en geef enkele voorbeelden. Vraag de leerlingen om voorbeelden van feiten te geven.
Meningen
Een mening is iets wat jij vindt. Iemand anders kan weer een andere mening hebben. Als iemand anders er anders over kan denken dan jij, is het een mening. Je maakt vaak gebruik van woorden als leuk, grappig, gezellig, stom, geweldig en nog veel meer
Een voorbeeld:
Juf Marit vindt lesgeven aan groep 5/6 heel leuk.
Ik vind slangen stom.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat meningen zijn en geef enkele voorbeelden. Vraag de leerlingen om voorbeelden van meningen te geven.
Oorzaken
Een oorzaak is datgene waardoor het gebeurt is. Een oorzaak komt als eerst en heeft altijd een gevolg.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat oorzaken zijn en geef enkele voorbeelden. Laat de leerlingen ook voorbeelden van oorzaken geven.
Gevolgen
Een gevolg is wat er gebeurt na een oorzaak. Het is iets dat vanzelf gebeurt, doordat er eerst iets anders gebeurt.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat gevolgen zijn en geef enkele voorbeelden. Vraag de leerlingen om voorbeelden van gevolgen te geven.
Een voorbeeld
Ik viel op mijn knie. Toen had ik heel veel pijn.
Ik ben moe omdat ik niet genoeg geslapen heb.
De straten zijn nat omdat het heeft geregend.
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
Aan het werk!
Ga aan de slag met de opdrachten. Je hebt bladzijde 44 uit het boek en bladzijde 26 uit het werkboek hier voor nodig. Je hebt 15 minuten de tijd. Daarna gaan we het nabespreken.