Samira 25/05

Herhaling

1 / 19

Slide 1: Slide

ANT2+BasisschoolGroep 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling

Slide 1 - Slide

Woorden met c als k/s

Citroen: ik zeg [s], ik schrijf ‘c’

Carnaval: ik zeg [k], ik schrijf ‘c’

Let op: circus

[s] [k]

Lees de wisselrijen

cij – fer

ci – troen

cir – kel

car – na – val

cac – tus

ca – na – da

club

tractor

circus

Slide 2 - Slide

Woorden met c als k/s

Citroen: ik zeg [s], ik schrijf ‘c’

Carnaval: ik zeg [k], ik schrijf ‘c’

Let op: circus

[s] [k]

Slide 3 - Slide

Lezen maar...

duif ei

touw ij

school ui

ijs ooi – aai – oei

circus sch

haai z

pauw f

carnaval cirkel

Slide 4 - Slide

Een staart van twee: ng/nk

Ik zeg [n + g] en [ngk].

Ik schrijf ‘ng’ en ‘nk’.

Slide 5 - Slide

Een dubbel staartje: zeg aan elkaar

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Au met a – u

Ou met o – u

Denk aan het verhaal van ‘Laura’

Slide 8 - Slide

Maandag 25/05

Slide 9 - Slide

Ik zeg de twee klanken aan elkaar, bv. 'lp' in ‘schelp’

Slide 10 - Slide

Dinsdag 26/05

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Woensdag 27/05

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Donderdag 28/05

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vrijdag 29/05

Slide 18 - Slide

Verkleinwoorden en woorden met [ch]

Verkleinwoorden

Voeg 'je' toe.

Woorden met ch

Ik schrijf ‘ch’, ik zeg [g]

Slide 19 - Slide