Spelling les 3

Spelling les 3
Vul bij de volgende zinnen de juiste leestekens in. Schrijf de hele zin op!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling les 3
Vul bij de volgende zinnen de juiste leestekens in. Schrijf de hele zin op!

Slide 1 - Slide

hanna welk houten instrument vind jij het mooist de cello de fagot of de gitaar vraagt yassin

Slide 2 - Open question

ik speel vanaf mijn zesde viool en doe dat al vijf jaar zegt hanna

Slide 3 - Open question

Yassin vraagt word je later een professionele violiste

Slide 4 - Open question

er moet dan nog wel veel geoefend worden roept hanna

Slide 5 - Open question

Houten
professionele
en
vanaf
vijf
geoefend
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord 
Voegwoord
Voorzetsel
Telwoord
Voltooid deelwoord

Slide 6 - Drag question

Hij heeft net een boek voor mij in de boekenwinkel gekocht.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 7 - Open question

Hij heeft net een boek voor mij in de boekenwinkel gekocht.
Wat is het onderwerp?

Slide 8 - Open question

Hij heeft net een boek voor mij in de boekenwinkel gekocht.
Wat is de bepaling van plaats?

Slide 9 - Open question

Hij heeft net een boek voor mij in de boekenwinkel gekocht.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 10 - Open question

Hij heeft net een boek voor mij in de boekenwinkel gekocht.
Wat is de bepaling van tijd?

Slide 11 - Open question

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp zegt voor wie/aan wie het is.
Je vraagt: Voor wie/aan wie + ww gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Slide 12 - Slide

Hij heeft net een boek voor mij in de boekenwinkel gekocht.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Voor
B
Net
C
Voor mij
D
Mij

Slide 13 - Quiz

Tijd voor het dictee
Pak je schrift erbij!

Slide 14 - Slide