Les 6 Unité 3

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • .... Kan ik lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp herkennen in de zin
  • ...  Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.
  • .... Kan ik lijdvw en meewerkend vw vervangen door persoonlijk vnw in de zin

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen
3.  Je mobiel zit in je kluisje, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen
timer
1:00
La semaine 19: mardi le six mai


1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • .... Kan ik lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp herkennen in de zin
  • ...  Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.
  • .... Kan ik lijdvw en meewerkend vw vervangen door persoonlijk vnw in de zin

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen
3.  Je mobiel zit in je kluisje, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen
timer
1:00
La semaine 19: mardi le six mai


Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: we maken persoonlijk vnw af 

1. Herhalen persoonlijk voornaamwoord dmv animatievideo
2. Bespreken apprendre 6
3. Opties: - oefenen persoonlijkvnw in lesson up: samen
                     - controleren of je af hebt ex. 16,c en d en mk ex. 17, 18, 25 zs
4. Afm ex. 16c,d, 17, 18, 25
5. Evalueren
4. Devoirs: ler. apprendre 6, mk ex. 17, 18

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Noem de persoonlijke voornaamwoorden als vervanging van een lijdend voorwerp.

Slide 5 - Mind map

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord als er een heel werkwoord is?
A
voor de persoonsvorm
B
voor het hele werkwoord
C
na de persoonsvorm
D
na het hele werkwoord

Slide 6 - Quiz

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin als er geen heel werkwoord is?
A
voor de persoonsvorm
B
na de persoonsvorm

Slide 7 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Nous voulons voir son dernier concert.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 8 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Tu veux regarder ce film français ?
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 9 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

J'écoute ma chanson préférée.
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 10 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

J'ai vu tous ses concerts.

A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 11 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Vous aimez les posters de M.Pokora ?
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 12 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Je connais cette chanteuse.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 13 - Quiz

De plaats van het persoonlijk voornaamwoord (lijdend voorwerp)

Tu veux regarder ce film français.
A
Tu veux regarder le.
B
Tu veux le regarder.
C
Tu le veux regarder.
D
Tu veux le regarder le film français.

Slide 14 - Quiz

Noem de persoonlijke voornaamwoorden als vervanging van een meewerkend voorwerp.

Slide 15 - Mind map

Een meewerkend voorwerp begint met een...
A
à woord
B
de woord
C
een werkwoord
D
een onderwerp

Slide 16 - Quiz

Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Tu parles aux profs?
A
MV
B
LV

Slide 17 - Quiz

Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Vous regardez la télé?
A
MV
B
LV

Slide 18 - Quiz

Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Nous avons acheté des fleurs?
A
MV
B
LV

Slide 19 - Quiz

Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Je vais télephoner à mon ami?
A
MV
B
LV

Slide 20 - Quiz

Vervang het meewerkend voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Tu envoyes des fleurs à tes parents ?
A
lui
B
leur

Slide 21 - Quiz

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin bij meewerkend voorwerp?
A
achter het werkwoord
B
voor het persoonsvorm
C
voor het infinitief
D
achter in de zin

Slide 22 - Quiz

Vervang het meewerkend voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Il parle à sa soeur.
A
lui
B
leur

Slide 23 - Quiz

Vervang het meewerkend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en zet het op de juiste plek in de zin.

Vous avez parlé au prof?
A
Vous lui avez parlé?
B
Vous avez lui parlé?
C
Vous avez parlé lui?
D
Vous l´avez parlé?

Slide 24 - Quiz

Vervang het meewerkend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en zet het op de juiste plek in de zin. Schrijf de nieuwe zin helemaal op.

Je vais téléphoner à ma mamie.
A
Je vais leur téléphoner.
B
Je vais lui téléphoner.
C
Je leur vais téléphoner.
D
Je lui vais téléphoner.

Slide 25 - Quiz

Samenvatting

1) Het lijdend voorwerp kun je vervangen door le, la, l' of les.

2) Het meewerkend voorwerp kun je vervangen door lui of leur

3) Het persn. vnw. staat voor de persoonsvorm, maar als er een heel werkwoord in de zin staat voor het hele werkwoord.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Laten we samen kijken naar de bedoeling van ex. 22 en 23 


Daarna in tweetallen aan de slag, morgen nog een keer in tweetallen, dan wil ik uitwerking zien. 

Les devoirs:  Ex. 21 t/m 23 en er. apprendre 6

Slide 28 - Slide