Oeroeg

Oeroeg - Hella S. Haasse
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oeroeg - Hella S. Haasse

Slide 1 - Slide

Wie/wat is 'Telaga Hideung'?
A
De vader van Oeroeg
B
Het meer
C
Het dorpje waar Oeroeg woont
D
De villa waar de familie van de ik-figuur woont

Slide 2 - Quiz

Telega Hideung:
Het legendarische oord van de boze geesten, vervolgens de plaats waar Oeroegs vader is verdronken, dan een kille plek waar de kleur van de bodem aan weggevloeid bloed doet denken, en ten slotte een symbool voor de mysterieuze Oeroeg en het Indonesische nationalisme (als hij denkt Oeroeg daar te zien).

Slide 3 - Slide

Waarom is het plan om te gaan zwemmen in het meer veel te gevaarlijk?

Slide 4 - Open question

Hoe heet het hoofdpersonage van Oeroeg?
A
Johan
B
Jan
C
Karel
D
Dat weet je niet.

Slide 5 - Quiz

Welk vertelperspectief heeft dit verhaal?
A
Belevend-ik
B
Vertellend-ik
C
Personaal
D
Alwetend

Slide 6 - Quiz

Is het vertelperspectief betrouwbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Welke belangrijke les over discriminatie leert Gerard Stokman aan de ik-figuur?
timer
2:00

Slide 8 - Open question

Wie is Lida?
A
De moeder van Oeroeg
B
De moeder van de ik-figuur
C
De verzorger van Oeroeg & de ik-figuur
D
De vriendin van Oeroeg

Slide 9 - Quiz

Voor wie zorgt Lida het beste, Oeroeg of de ik-figuur?
A
Oeroeg
B
Ik-figuur

Slide 10 - Quiz

Waarom is er dat verschil?

Slide 11 - Open question

Waarom is de historische tijd zo belangrijk in dit verhaal (vermeld ook om welke historische tijd het gaat)?
timer
1:30

Slide 12 - Open question

Is het verhaal chronologisch geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Waarom is Gerard meer een vaderfiguur dan de echte vader van de ik-figuur?

Slide 14 - Open question

Heeft het verhaal een open of gesloten einde?
A
Open
B
Gesloten

Slide 15 - Quiz

Welke ruimtes zijn belangrijk in het verhaal? Noem er één.

Slide 16 - Open question

Wie is meneer Bollinger?
A
De leraar van de ik-figuur
B
De vader van de ik-figuur
C
De nieuwe vriend van de moeder van de ik-figuur
D
De directeur van de school

Slide 17 - Quiz

Hoeveel tijd verstrijkt er in het boek?
A
Ongeveer 12 jaar
B
Ongeveer 23 jaar
C
Ongeveer 35 jaar
D
Ongeveer 50 jaar

Slide 18 - Quiz