Tegenstellingen Lowan Kleding

WELKOM TERUG!
07-03-2024
NT2

Klas: O13
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM TERUG!
07-03-2024
NT2

Klas: O13

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?







Lowan thema 5 'kleding': 
  • woorden flitsen
  • tegenstellingen
  • spel: 5 op een rij
  • elkaar beschrijven
  • kruiswoordraadsel
  • goed of fout


                                                                                     Jeugdjournaal 

Slide 2 - Slide

S.O. Lowan thema 5 'kleding'
woensdag 13 februari

Slide 3 - Slide

de kleding

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat draag je?
Ik draag een gestreept T-shirt
Ik draag een gouden ketting
Ik draag een wijde rok
ik draag een bruine riem
ik draag een witte blouse 

Slide 15 - Slide

Vertel aan je klasgenoot wat je draagt.

Slide 16 - Slide

Wat heb je aan?
Ik heb een grijs vest aan.
Ik heb roze handschoenen aan.
Ik heb een blauwe pet op. 
Ik heb een groene hoed op. 

Slide 17 - Slide

aantrekken /uittrekken
Ik trek mijn jas uit
hij trekt zijn vest aan.
ik trek mijn sokken aan
zij trekt haar handschoenen uit. 

Slide 18 - Slide

Tegenstellingen 
Lowan Kleding

Slide 19 - Slide

nieuw
oud

Slide 20 - Slide

schoon
vies

Slide 21 - Slide

groot
klein

Slide 22 - Slide

droog
nat

Slide 23 - Slide

vast
los

Slide 24 - Slide

dik
dun

Slide 25 - Slide

vol
leeg

Slide 26 - Slide

open
dicht

Slide 27 - Slide

koud
warm

Slide 28 - Slide

Kijk goed!

Welke twee woorden zie je?
Schrijf ze op.

Slide 29 - Slide


Slide 30 - Open question


Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question


Slide 33 - Open question


Slide 34 - Open question


Slide 35 - Open question


Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Wie is het?
Hij draagt een..........

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Kruiswoordraadsel

Slide 40 - Slide

goed/fout
  1. De broek koopt 50 euro.
  2. Ik heb het warm , ik doe mijn jas uit.
  3. De trui is te groot, hij past goed.
  4. Zij gaat slapen, ze doet haar kleren aan.
  5. Ik ga sporten, ik doe sportkleding aan.
  6. Ik koop melk bij de kledingwinkel
  7. Ik ben klein ik heb maat XXL.



Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Jeugdjournaal
Kijk het jeugdjournaal hier:

Slide 43 - Slide