Meervouden gemengd
1 / 27
Lesson duration is: 6 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is het meervoud van
monnik?
monnik?
Slide 2 - Open question
Wat is het meervoud van
vakantie?
vakantie?
Slide 3 - Open question
Wat is het meervoud van
koekblik?
koekblik?
Slide 4 - Open question
Wat is het meervoud van
winnares?
winnares?
Slide 5 - Open question
Wat is het meervoud van
café?
café?
Slide 6 - Open question
Wat is het meervoud van
accu?
accu?
Slide 7 - Open question
Wat is het meervoud van
economie?
economie?
Slide 8 - Open question
Zet de apostrof op de goede plek:
s maandags (beging van de zin)
s maandags (beging van de zin)
Slide 9 - Open question
Wat is het meervoud van
havik?
havik?
Slide 10 - Open question
Wat is het meervoud van
banaan?
banaan?
Slide 11 - Open question
Wat is het meervoud van
piano?
piano?
Slide 12 - Open question
Wat is het meervoud van
allergie?
allergie?
Slide 13 - Open question
Wat is het meervoud van
bacterie?
bacterie?
Slide 14 - Open question
Zet de apostrof op de goede plek:
s middags
s middags
Slide 15 - Open question
Wat is het meervoud van
secretaris?
secretaris?
Slide 16 - Open question
Wat is het meervoud van
perzik?
perzik?
Slide 17 - Open question
Wat is het meervoud van
bezem?
bezem?
Slide 18 - Open question
Wat is het meervoud van
kleurstof?
kleurstof?
Slide 19 - Open question
Wat is het meervoud van
dreumes?
dreumes?
Slide 20 - Open question
Zet de apostrof op de goede plek:
s winters
s winters
Slide 21 - Open question
Wat is het meervoud van
bureau?
bureau?
Slide 22 - Open question
Wat is het meervoud van
kerststuk?
kerststuk?
Slide 23 - Open question
Wat is het meervoud van
barones?
barones?
Slide 24 - Open question
Wat is het meervoud van
engel?
engel?
Slide 25 - Open question
Wat is het meervoud van
opa?
opa?
Slide 26 - Open question
Wat is het meervoud van
egel?
egel?
