FRT Les 7


Faalangst Reductie Training

Les 7
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Faalangst Reductie TrainingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Faalangst Reductie Training

Les 7

Slide 1 - Slide

Theorie 'Kwaliteiten'
Ieder mens heeft positieve eigenschappen en eigenschappen waar hij of zij minder blij mee is. Veel mensen met faalangst denken alleen maar negatief over zichzelf. Tijdens de voorgaande trainingen hebben jullie al geleerd dat het belangrijk is dat je positief denkt. Positief denken over jezelf heeft veel invloed op je gevoel en gedrag. Als je denkt: ‘Ik ben nergens goed in’ heeft dit invloed op je gevoel en je gedrag. Je komt dan weinig zelfverzekerd over. Als je denkt: ‘ik ben goed in sport en ik hoef niet alles goed te kunnen’, voel je je zekerder en zul je je ook zo gedragen.  
  
Om zelfvertrouwen te hebben, heb je zelfkennis nodig. Je moet weten waar je goed in bent en welke eigenschappen je minder leuk vindt aan jezelf. Zo bouw je aan een realistisch zelfbeeld. 

Slide 2 - Slide

Welke positieve eigenschappen kun je bedenken?

Slide 3 - Mind map

Kwaliteitenspel

Slide 4 - Slide

Theorie 'Valkuilen'
Iedereen heeft eigenschappen die minder prettig zijn voor henzelf of voor hun omgeving, we noemen deze minder prettige eigenschappen valkuilen. Kenmerk van een valkuil is dat er altijd een kwaliteit onder verstopt zit. Als je je ouders gek zeurt over de nieuwste telefoon en je elke keer manieren verzint om de telefoon in je bezit te krijgen, vinden zij jou een drammer. Drammen wordt vaak als vervelend ervaren, maar ‘doorzetter’ is de kwaliteit die hieronder verstopt zit. Een doorzetter zijn is positief, maar te veel van het goede wordt drammen. 


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Theorie 'Valkuilen'
Je eigen kwaliteiten moet je goed doseren. Het is niet erg als je hier soms in doorslaat. Belangrijker is het om je kwaliteiten en valkuilen te kennen en erachter te komen wat je moet doen om zoveel mogelijk je kwaliteiten in te zetten.

Slide 9 - Slide

Theorie 'Memory Lane'
Memory Lane is een methode waardoor je beter gaat functioneren. Als je terugdenkt aan een positieve gebeurtenis, voel je je beter. Ons lijf heeft een soort ‘reset’ knop. Als we in gedachten teruggaan naar een moment uit het verleden, voelen we ons ook weer zoals toen. Denk maar eens terug aan een nare herinnering. Waarschijnlijk ben je binnen een paar tellen droevig. Toneelspelers zijn heel goed in deze techniek. Ze hebben een herinnering voor elke emotie. Hun lijf maakt hormonen aan die ze ook in die situatie hadden. Ze denken niet alleen dat ze droevig zijn; ze voelen het ook. Natuurlijk kun je deze techniek gebruiken om je droevig te gaan voelen, maar wij raden je aan een positieve reis langs Memory Lane te maken!

Slide 10 - Slide

Theorie 'Memory Lane'
Een voorbeeld:

De topscorer van het hockeyelftal moet een strafpush nemen. Het is een belangrijke wedstrijd en hij voelt zijn hart sneller kloppen. Het zal toch niet fout gaan? Snel denkt hij terug aan de strafpush van vorig jaar die hij met een razende snelheid langs de keeper speelde. Opeens voelt hij weer hoe zijn teamgenoten hem omhelsden en ziet hij weer de blijde gezichten van de toeschouwers. Vol zelfvertrouwen loopt hij naar de bal.

Hoe beter jij jouw positieve ervaring kunt herinneren, hoe beter het werkt. Je lijf maakt dan meer positieve hormonen aan.  

Slide 11 - Slide

Opdracht 'Memory Lane'
Kun jij je een moment herinneren dat je heel gelukkig was, omdat je zelf vond dat je het goed had gedaan? Het kan zijn dat het op het sportveld was of dat het bij je thuis was. Weet je nog hoe je jezelf toen voelde en waren er anderen bij? En hoe was de stemming? Was iedereen blij of tevreden? Je kunt ook een voorbeeld nemen dat op school is gebeurd. Het moment dat je iets moeilijks snapte en de betekenis ervan doordrong. Zie je nog waar je was en in welke klas je zat? Hoe was de sfeer in de klas? We vragen je nu om een voorbeeld in gedachten te houden. Als je het moment goed op je netvlies hebt, ga je rechtop zitten, met beide voeten stevig op de grond. Doe je ogen dicht en neem de tijd om het beeld duidelijk terug te halen. In gedachten ga je terug naar de dag waarop je het fijne moment beleefde. Kijk eens goed in je gedachten rond en probeer alle gedachten en geluiden terug te halen.

Misschien kun je je ook wel herinneren wat je op dat moment kon ruiken. Je ondergaat het prettige moment opnieuw. Het gevoel van succes. Leg op je (schrijf) hand het succesgevoel dat je zojuist hebt teruggehaald. Maak van je hand een vuist en klem het gevoel vast zodat je het steeds kunt terughalen. 

Slide 12 - Slide

Tot Slot

Slide 15 - Slide