Onderdeel E2 gedragstoornis/ ontwikkelingsstoornis/ lichamelijke ontwikkeling

Week 2 Onderdeel E2
 Jeugdzorgvoorziening/ woonbegeleiding
Lesdoel:
Les 1
*Je kunt de volgende begrippen uitleggen en voorbeelden geven:
-orthopsychiatrische-, gedrags-, en psychiatrische problemen.
-ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD, ASS, ODD 
*Je kunt voorbeelden geven van:
-lichamelijke (fysieke) veranderingen in de puberteit
-geestelijke (mentale) veranderingen in de puberteit
-sociale veranderingen/ kenmerken in de puberteit

Les 2
* Je kunt activiteiten kiezen die passen bij het doel van de doelgroep
* Je kunt een werkvolgorde en planning maken om een activiteit uit te voeren
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Week 2 Onderdeel E2
 Jeugdzorgvoorziening/ woonbegeleiding
Lesdoel:
Les 1
*Je kunt de volgende begrippen uitleggen en voorbeelden geven:
-orthopsychiatrische-, gedrags-, en psychiatrische problemen.
-ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD, ASS, ODD 
*Je kunt voorbeelden geven van:
-lichamelijke (fysieke) veranderingen in de puberteit
-geestelijke (mentale) veranderingen in de puberteit
-sociale veranderingen/ kenmerken in de puberteit

Les 2
* Je kunt activiteiten kiezen die passen bij het doel van de doelgroep
* Je kunt een werkvolgorde en planning maken om een activiteit uit te voeren

Slide 1 - Slide

Wat gaan de doen vandaag?
1) We gaan passende activiteiten bedenken voor kinderen  van behandelcentrum De Springplank.
(Dit is een behandel centrum voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar met gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornis (sen).)

2) Voordat we hier mee starten gaan we eerst onderzoeken wat de doelgroep precies inhoudt.
3) We gaan het programmaboekje aanpassen voor de feestweek

Slide 2 - Slide

Om passende activiteiten te bedenken moet je weten wat de doelgroep precies inhoudt
Binnen de jeugdzorg heb je te maken met Orthopsychiatrische problemen

Dit is een combinatie van:
Ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problemen

Ook zit een gedeelte van de doelgroep in de puberteit. Wat zou dat inhouden??

Slide 3 - Slide

Geef voorbeelden van ernstige gedragsproblemen

Slide 4 - Open question

Ontwikkelstoornissen
Een ontwikkelingsstoornis is een psychische aandoening bij kinderen die problemen geeft in de normale ontwikkeling. Hierdoor verloopt de ontwikkeling van het kind anders dan bij de meeste kinderen.

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van Geestelijke ontwikkelingsstoornissen
ADHD: Attention Deficit Hyperactivity Disorder





Gedrag wat kan worden gezien:
-Druk in hun gedrag, problemen met concentratie, worden snel afgeleid door alles wat er om hen heen gebeurt

Slide 6 - Slide

Voorbeelden van ontwikkelingsstoornissen 
PDD-NOS: Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified

 Autisme: 



PDD-NOS: Er zijn wel kenmerken van een autisme spectrum stoornis, maar niet voldoende en ook niet ernstig genoeg om aan de criteria voor een diagnose autisme te voldoen.
Kenmerken die men kan zien/ waarnemen:
-Moeilijk communiceren met andere mensen, het kind ervaart de wereld anders dan de meeste mensen.

Slide 7 - Slide

Voorbeelden van ontwikkelingsstoornissen 
ODD: Oppositional Defioant Disorder

Kernmerken:
Kinderen met ODD zijn opsstandig en vertonen asociaal gedrag. Ze luisteren slecht, zijn vaak boos en zoeken snel ruzie met anderen. Dit gaat vaak samen met leer- en taalproblemen, depressie en ADHD 

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 1.1 en 1.2 blok 3 (Theorie Werken in de jeugdzorg)

Slide 9 - Slide

PDD-NOS
A
gedragsstoornis
B
leerstoornis

Slide 10 - Quiz

Om welke stoornis gaat het hier?
David heeft moeite zich te concentreren, hij beweegt veel
A
ADHD
B
Autisme
C
PDD-NOS
D
Dyslexie

Slide 11 - Quiz

Moeite hebben met aandacht en concentratie/ hyperactief/ impulsief
A
Deze beschrijving hoort bij dyslexie
B
Deze beschrijving hoort bij ADHD
C
Deze beschrijving hoort bij ADD
D
Deze beschrijving hoort bij PDD-NOS

Slide 12 - Quiz

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)
ASS (Autisme Spectrum Stoornis)
ODD (Oppositional Defiant Disorder)
Deze Kinderen en jongeren zijn druk in hun gedrag. Ze hebben problemen met concentratie en worden snel afgeleid door alles wat er om hen heen gebeurt.
Bij deze kinderen/jongeren werkt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Ze vinden het vaak moeilijk om te communiceren met andere mensen. Ze ervaren de wereld anders dan de meeste mensen dit doen. Het is een aangeboren stoornis, het wordt niet veroorzaakt door de opvoeding.
Deze kinderen zijn opstandig en vertonen asociaal gedrag. Ze luisteren slecht, zijn vaak boos en zoeken snel ruzie met anderen. Dit gaat vaak samen met leer- en taalproblemen, depressie en ADHD.

Slide 13 - Drag question

druk en impulsief gedrag
dwars en opstandig gedrag
prikkelbaar/ driftig gedrag
asociaal gedrag
veel praten, anderen afleiden van hun werk, niet nadenken maar meteen doen;
niet luisteren naar ouders, docenten, ruzie maken;
woedeuitbarstingen, geïrriteerd en boos reageren op de omgeving;
grof taalgebruik, liegen, stelen, vechten.

Slide 14 - Drag question

Voorbeelden van gedragsproblemen

Slide 15 - Mind map

Puberteit

Slide 16 - Slide

Lichamelijke ontwikkeling
  • Verandering van het lichaam.
  •  Secundaire geslachtskenmerken 

Meisje:
  • Borsten
  • Haargroei
  • Menstruatie 
  • Dikkere onderhuidse vetlaag
Jongen: 
  • Lagere stem
  • Groei van de zaadballen
  • Haargroei
  • Spierontwikkeling

Slide 17 - Slide

Geestelijke (mentale) ontwikkeling
Ook verandert bij pubers de manier waarop ze denken:
- Ze leren verbanden leggen
-Ze krijgen meer inzicht en overzicht
-Ze gaan meer discussiëren
-Niets spreekt meer vanzelf
-Ze bekijken alles vanuit zichzelf

Slide 18 - Slide

Sociale kenmerken/ veranderingen
-Pubers worden kritischer tegenover anderen, vooral tegen ouders/ opvoeders.
-Pubers richten zich meer op jongeren van eigen leeftijd en geslacht.
-De vriendengroep van pubers is erg belangrijk

Slide 19 - Slide

Opdracht maken blok 3
Maak opdracht 1.3 in de methode (blok 3)

Slide 20 - Slide

De puberteit ontstaat alleen vanaf 12 jaar
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat is een verandering in denken (mentale verandering) in de puberteit?
A
pubers zijn volgzaam
B
pubers gaan meer discussiëren
C
pubers bekijken alles vanuit zichzelf
D
pubers verliezen het overzicht

Slide 22 - Quiz

Wat is een sociaal kenmerk van een puber?
A
Een puber heeft bijna nooit ruzie met z'n ouders
B
Een puber komt in een groeispurt
C
Een puber wil graag bij een bepaalde groep horen
D
Pubers vinden in de puberteit de mening van hun ouders het meest belangrijk

Slide 23 - Quiz

De periode van 12e tot 18e waarin je lichaam verandert noemt men de puberteit
A
Niet waar
B
Waar

Slide 24 - Quiz

Lichamelijke veranderingen in de puberteit zijn:
A
kritischer worden, jongens krijgen een lage stem
B
geslachtdelen gaan groeien, alles vanuit zichzelf bekijken
C
schaamhaar gaat groeien, menstruatie en eerste zaadlozing
D
menstruatie en eerste zaadlozing, kritischer worden.

Slide 25 - Quiz

Wat is een sociaal kenmerk van een puber
A
een puber heeft zelden een conflict met zijn ouders
B
De puber denkt eerst verstandig na voordat hij iets gaat doen.
C
Een puber wil graag bij een bepaalde groep horen
D
Tijdens de puberteit worden de opvattingen van de ouders belangrijker

Slide 26 - Quiz

Les 2 Feestweek
Nu we ons verdiept hebben in de doelgroep kunnen we passende activiteiten bedenken en verder uitwerken.

Slide 27 - Slide

Les 2 Feestweek
Over vier weken is het feest bij Behandelcentrum De Springplank. De organisatie is druk bezig met de laatste voorbereidingen. 

Opdracht 3 Voorbereidingen voor de feestweek
Tim heeft de opdracht gekregen om het programmaboekje te maken. De informatie voor het boekje is in grote lijnen beschikbaar. 

(Op de volgende dia de link naar google)




Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Opdracht  5 blok 3
Je gaat uitzoeken wat de prijzen zijn voor het zwemparadijs

Slide 30 - Slide

Einde van de les
Wat heb je vandaag geleerd?
Wat vond je het interessants?
Wat moet de volgende keer anders in een les?

Slide 31 - Slide