4 MAVO herhaling hoofstuk 3 22 feb

Zuivere stoffen en mengsels
1 / 41
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 2 - Slide

Dichtheid
Formule: dichtheid = massa / volume




dichtheid is in                    of     
ρ=Vm
cm3g
m3kg

Slide 3 - Slide

Het molecuulmodel

Slide 4 - Slide

Kenmerken deeltjes model
Elke stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, moleculen genoemd.
• Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
• Moleculen bewegen voortdurend.
• Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen sneller (heftiger) bewegen.
• Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 5 - Slide

Met het molecuulmodel kun je chemische reacties verklaren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Fasen en fasenovergang

Slide 7 - Slide

Welke faseaanduiding hoort er bij welke fase?
Vast
Vloeibaar
Gas
Opgelost in water
(l)
(aq)
(s)
(g)

Slide 8 - Drag question

Zuivere stof          mengsel
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort moleculen
Zuivere stof of mengsel

Slide 9 - Slide

Suspensie
Emulsie
Oplossing
Omschrijving
Voorbeeld
Rook
Nevel
Vaste stof die niet oplost in vloeistof
Vloeistof die niet oplost in vloeistof
Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof
Krijt in water
Zout in water
Mayonaise
Vloeistofdruppels fijn verdeeld in een gas
Vaste deeltjes fijn verdeeld in een gas
Deodorant spray
Roetwolk uit een uitlaat van een auto

Slide 10 - Drag question

dit mengsel is:
het is dus een:
dit mengsel is:
het is dus een:
helder
troebel
oplossing
suspensie

Slide 11 - Drag question

Wat voor soort mengsel krijg je als je water met olijfolie goed mengt?
A
een oplossing
B
een suspensie
C
een emulsie
D
een extract

Slide 12 - Quiz

Welke van onderstaande mengsels is een emulsie
A
Zeewater
B
Melk
C
jus d'orange
D
Koffie

Slide 13 - Quiz

Mengsels scheiden
schei-kunde: oorspronkelijk het scheiden van mengsels in zuivere stoffen.

Slide 14 - Slide

Scheiden van mengsels
  • Twee of meer stoffen in een mengsel uit elkaar halen.
  • Gebruik maken van verschil in stofeigenschappen.

Verschillende eigenschappen: 
  • fase bij kamertemp.
  • kleur, geur
  • oplosbaarheid
  • kook- en smeltpunt
  • elektrische geleidbaarheid

Slide 15 - Slide

Scheiden van suspensie
  • Bezinken = zware vaste stof zinkt naar de bodem > verschil in dichtheid.

  • Filtratie = grote deeltjes vaste stof uit een vloeistof halen middels filtreerpapier > verschil in deeltjesgrootte.

  • Residu = vaste stof die achterblijft in het filter.
  • Filtraat = de vloeistof die door het filter loopt. 

Slide 16 - Slide

Scheiden van oplossing vaste stoffen
  • Indampen = verdampen van het oplosmiddel > verschil in kook-/smeltpunt.


  • Residu = vaste stof die achterblijft.

Slide 17 - Slide

  • Extraheren = één of meerdere vaste stoffen oplossen in oplosmiddel > verschil in oplosbaarheid.
  • Daarna kun je de opgeloste stof filtreren of indampen. 
  • Bij indampen ontstaat een extract.

  • Extractiemiddel = vloeistof waarin de ene stof wel en de andere stof niet oplost.
  • Residu = vaste stof die
    achterblijft.
Bijv.: chemisch reinigen

Slide 18 - Slide

Is dit een scheiding?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoe de blaadjes verwijderen?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Bezinken

Slide 23 - Slide

Centrifugeren

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Scheidingsmethoden
extractie --> oplosbaarheid
filtreren --> deeltjesgrootte
indampen/destilleren --> kookpunt
bezinken/centrifugeren --> dichtheid

Slide 27 - Slide

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 28 - Quiz

Op welk verschil berust filtreren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 29 - Quiz

Op welk verschil berust indampen en destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 30 - Quiz

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 31 - Quiz

Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 32 - Quiz

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 33 - Drag question

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 34 - Quiz

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 35 - Quiz

Centrifugeren is een snelle vorm van bezinken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 37 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 38 - Quiz

Van welke stofeigenschap maakt filtreren gebruik?
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrootte
D
Dichtheid

Slide 39 - Quiz

Van welke stof eigenschap maakt extraheren gebruik?
A
Deeltjesgrootte
B
Kookpunt
C
Oplosbaarheid
D
Dichtheid

Slide 40 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 41 - Quiz