2.4 Inklemmen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Inklemmen met een dubbele tabel.

2.4

Welk getal is de exponent?

1. 2
2. 6

Wat is de somformule
die hoort bij formules
A en B?

1. b = 6a + 4
2. b = 10 a + 4
3. b = -6a -4
4. b=10a​2​​+4

Bij welke formule is de grafiek een parabool?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke vorm heeft deze grafiek

1. Stijgende rechte lijn
2. Dalende rechte lijn
3. Bergparabool
4. Dalparabool

Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?

1. gehele getallen
2. 1 getal na de komma
3. 2 getallen na de komma
4. dat verschilt per som

Inklemmen met een dubbele tabel

Uitegfilmpje:

Stappenplan inklemmen

1     Schat de x-waarde van het snijpunt.

2     Maak een "dubbele" tabel

x
y = ....
y = ....

3     Vul de tabel in

4     Bepaal de twee x-waarden waar het  "omslaat".

5     Bepaal de verschillen in de y-waarden.

Verschil

y=4x−x​2​​

y=2

Voorbeeld inklemmen  Nu kun je het niet meer precies aflezen!

y=4x−x​2​​

Schat de x-waarde van het rechter snijpunt, zet deze waarde in het midden.(bovenin de dubbele tabel)

y=2

Stap 1

x=3,4

y=4x−x​2​​

Maak een dubbele tabel

y=2

Stap 2

x=3,4

x

3,4

y=4x−x​2​​

y=2

Vul de tabel verder in

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 3

y=2

y=4x−x​2​​

Vul de tabel verder in

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 3

y=2

y=4x−x​2​​

Vul de tabel verder in

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 3

y=2

y=4x−x​2​​

Bepaal de twee x-waarden waar het "omslaat"

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 4

y=2

y=4x−x​2​​

Bepaal de twee x-waarden waar het "omslaat"

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 4

y=2

y=4x−x​2​​

Bepaal de verschillen in de y-waarden.

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 5

y=2

y=4x−x​2​​

 verschil

0,04

0,25

Bepaal de verschillen in de y-waarden.

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 5

y=2

y=4x−x​2​​

 verschil

0,04

0,25

Bij x=3,4 is het verschil in de y -waarden het kleinst.

Bepaal de verschillen in de y-waarden.

	3,2	3,3	3,4	3,5	3,6
	2,56	2,31	2,04	1,75	1,44
	2	2	2	2	2

y=2

y=4x−x​2​​

x

Stap 5

y=2

y=4x−x​2​​

 verschil

0,04

0,25

Bij x=3,4 is het verschil in de y -waarden het kleinst.

De coördinaten van het rechter snijpunt zijn: (3,4 ; 2)

Probeer nu zelf het linker snijpunt te vinden met inklemmen.

1 Schat de x-waarde van het snijpunt.

2 Maak een "dubbele" tabel

3 Vul de tabel in

4 Bepaal de twee x-waarden waar het "omslaat".

5 Bepaal de verschillen in de y-waarden.

Stappenplan inklemmen

De coördinaten van het linker snijpunt weet je voor de helft al : ( x-waarde; 2) 

Op volgende dia 

staat het antwoord

De  x-waarde is 0,6

De coördinaten van het linker snijpunt zijn :

(0,6 ; 2)