Niet behandeld wel leren

Niet behandeld wel leren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieBasisschoolGroep 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Niet behandeld wel leren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Niet behandeld in de les: Consumptie/Gezin (H1 en 2)
- Banksaldo: debetsaldo/creditsaldo
- Vormen van geld: chartaal en giraal geld
- 3 geldfuncties
- Welvaart/welzijn/prioriteiten stellen/zelfvoorziening
- Marketing: 6 P's
- Modaal inkomen
- Primair en secundair inkomen

Slide 2 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt je banksaldo omschrijven en berekenen
Het geld op je op je bankrekening noem je het saldo.
Creditsaldo: een positief saldo, ‘in de plus’
Debetsaldo: een negatief saldo, rood staan of ‘in de min’

Nieuw saldo = oud saldo + stortingen - opnames




Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt het vercshil tussen giraal en chartaal geld aangeven
Geld is er in twee vormen:
- Chartaal geld: Contant geld of cash: munten en bankbiljetten.
- Giraal geld: Geld dat op bankrekeningen staat.






Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de geldfuncties
Geld heeft 3 functies:
- Ruilmiddel: met geld kun je iets kopen.
- Rekenmiddel: met geld stel je vast hoeveel iets waard is.
- Spaarmiddel: met geld kun je sparen voor iets wat je later wilt kopen.





Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt welvaart en welzijn omschrijven
Welvaart: de mate waarin je met je beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien.
Je welvaart kan toenemen door:
- het kopen van goederen en diensten
- zelfvoorziening
- collectieve voorzieningen die de overheid produceert

Welzijn: hoe gelukkig en tevreden ben je met je leven



Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt welvaart omschrijven
Voor het vervullen van je behoeften heb je middelen nodig, zoals tijd, geld en bezittingen.
Vaak heb je meer behoeften dan middelen. Daarom moet je prioriteiten stellen: kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn en welke minder belangrijk.






Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe bedrijven met de marketingmix consumenten proberen te beinvloeden
Marketing: alles wat een bedrijf doet om de consument te beinvloeden (zijn product of dienst te laten kopen).
Een bedrijf kan hiervoor verschillende marketinginstrumenten of P’s gebruiken. De manier waarop een bedrijf meerdere P’s tegelijk gebruikt, noem je de marketingmix.

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe bedrijven met de marketingmix consumenten beinvloeden
De zes P’s:
- Product (wat wordt verkocht)
- Prijs (tegen welke prijs)
- Plaats (winkel of via het internet)
- Promotie (reclame)
- Personeel (vriendelijk, behulpzaam)
- Presentatie (in de winkel)

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt koopkracht beschrijven en berekenen
Modaal inkomen: het inkomen dat het vaakst voorkomt in Nederland (let op: dit is NIET het gemiddelde inkomen). Op dit moment circa € 46.500 per jaar.

Achtergrond: In de krant/op tv spreekt men vaak van "Jan Modaal". Dit is een vader van een gezin van 4 (2 kinderen). Hij werkt voltijds en de vrouw doet het huishouden. 


Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de inkomens van een gezin  beschrijven
Primaire inkomens: Inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit.

Secundaire inkomens: primaire inkomens + overdrachtsinkomens 


Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Overheid H5 en 6

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Niet behandeld in de les: Overheid (H5 en 6)
- 3 overheidsinstanties
- Subsidies
- Inkomsten van de gemeente
- Houderschapsbelasting
- Wat kan de overheid doen om de economie te stimuleren
- Draagkracht- en profijtbeginsel

Slide 13 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt de collectieve en private omschrijven
Directe medewerkers van de overheid noem je ambtenaren

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt 3 overheidsinstanties omschrijven
De overheid kan voor economisch advies terecht bij:
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek): Verzamelt informatie over economische veranderingen of de bevolkingssamenstelling.

CPB (Centraal Planbureau): Onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid.

SER (Sociaal-Economische Raad): Adviseert over onderwerpen zoals werkgelegenheid, lonen, uitkeringen en pensioenen.





Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt directe en indirecte belastingen omschrijven
De motorrijtuigenbelasting (of wegenbelasting) is een voorbeeld van Houderschapsbelasting.
--> Iedereen die een voertuig op zijn of haar naam heeft staan (houder is van het voertuig) is verplicht om wegenbelasting te betalen. 


Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt subsidie en accijns omschrijven
Subsidie maakt bepaalde producten goedkoper.
Met subsidie moedigt de overheid consumptie aan.
voorbeelden: elektrische auto’s, aanschaf zonnepanelen, musea

Accijns maakt bepaalde producten duurder.
Met accijns ontmoedigt de overheid consumptie
Voorbeelden: sigaretten, alcohol en benzine
--> Accijns betaal je via de winkelier; een indirecte belasting







Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
De overheid kan de economie (tijdens een recessie) stimuleren door:
- investeren in de infrastructuur
- inkomstenbelasting te verlagen
- vernieuwende bedrijven subsidie te geven
- investeren in verbetering van het onderwijs










Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de inkomsten van de gemeente noemen
De inkomsten van de gemeente komen uit:
- Gemeentefonds van het rijk (grootste deel).

Burgers en bedrijven betalen gemeentelijke belastingen en heffingen:
1) onroerendezaakbelasting (ozb)
2) rioolheffing
3) afvalstoffenheffing














Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de 3 belastingbeginselen omschrijven

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.