Mens en zorg hoofdstuk 3

Mens en zorg.
Communicatie.

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Mens en zorg.
Communicatie.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen:


De leerling weet wat respectvolle bejegening inhoudt
De leerling kan uitleggen wat Empathie is
De leerling kent het verschil tussen normen en waarden
De leerling weet wat verbale en non-verbale communicatie is

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Respectvolle bejegening/ respectvolle omgang
- Geen verschil tussen zorgvragers
- Zorgvuldig omgaan met persoonlijke eigendommen
- Luisteren naar de wensen van de zorgvragers
- Geen vertrouwelijke informatie over zorgvragers aan anderen vertellen
- Rekening houden met normen en waarden van de zorgvrager

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Normen en waarden

Slide 5 - Slide

Normen = Regels en Richtlijnen, hoe je je hoort te gedragen.

Waarden = Idealen, motieven of achterliggende ideeën. Deze worden als groep, samenleving als waardevol ervaren en als belangrijk gezien.

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Normen en waarden:
Wat zijn normen?
Wat zijn waarden?
Voorbeelden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Normen en waarden opdracht
Denken:
Maak een lijst van jouw 3 belangrijkste waarden
Delen:
Maak in een groepje van 3 of 4 een gezamenlijke lijst van jullie 3 belangrijkste waarden
Uitwisselen:
leg uit waarom jullie groepje voor deze waarden gekozen hebben

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Normen en waarden op school
Normen en waarden op d'Ampte
Wat zijn de waarden en wat zijn de normen?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lezen: blz. 167 t/m 171. 
 Maken opdracht:
3.01 (blz 168)
3.02 (blz. 169), 
3.03 (blz. 169), 
3.04 (blz.171/172). 

klaar? Verder werken aan 3.05 en 3.06

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verbaal en non verbaal
Verbaal: De woorden die je zegt
Non-verbaal: Communicatie zonder woorden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Voeren van een gesprek: Actief luisteren
- durf stiltes te laten vallen
- Laat je niet afleiden
- Knik af en toe
- Maak oogcontact
- Neem de tijd
- Laat de ander uitpraten
- Let op non-verbalen signalen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Vragen over de video
Wat zag je aan de mevrouw toen zij de brief kreeg?
Wat vind je van de reactie van de verzorgende?
Hoe zou jij reageren?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Vragen over de video
Wat vond je van deze manier van reageren?
Wat viel je op aan de non-verbale communicatie?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen


Open en gesloten vragen

Niet: waarom? --> Maar: hoe komt dat?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag:
Lezen: blz. 173 t/m 178.
Maken opdracht 
3.05 (blz. 174)
3.08 (178)
3.09 B (blz. 179) 
3.10 (blz. 181)
laatste 10 min: 
aflsluitingsvragen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vragen ter afsluiting
Hierna volgen een aantal vragen ter afsluiting van de les

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Als je iemand met respect benadert, houd je rekening met..
A
datgene wat de ander belangrijk vindt
B
iemands taal
C
de 1, 5 meter
D
wat de ander leuk vindt

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Stelling: Als je respect voor iemand hebt, dan ben je het altijd met hem/haar eens.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is empathie?
A
contact gestoord
B
inlevingsvermogen
C
sociaal gedrag
D
inspanning

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van Empathie?
A
Boodschappen doen voor de oude buurman
B
Je niet kunnen inleven in een ander.
C
Luisteren en begrip tonen naar iemand die net z'n partner is verloren.
D
Tijdens een voetbalwedstrijd woorden naar de scheidsrechter roepen.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goed voorbeeld van een norm?









A
We keuren agressief gedrag af.
B
Je mag geen geweld plegen.
C
We waarderen het als iemand geduldig met kinderen omgaat.
D
We stellen eerlijkheid erg op prijs.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn waarden?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 26 - Quiz


Waarden zijn cultuur- en persoonsafhankelijk 
Wat gebruik je bij verbale communicatie?
A
Woorden
B
Lichaamstaal
C
Gebaren
D
Zowel woorden als gebaren

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Non-verbale communicatie is
A
Bellen
B
Zwaaien
C
Gedag zeggen
D
Begroeten

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Als ik actief luister dan...
A
Kijk ik de ander aan
B
Doe ik twee dingen tegelijker tijd
C
Maak ik ondertussen notities
D
Luist ik alleen maar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een open vraag
A
Heb je huisdieren?
B
waarom heb je voor die sport gekozen?
C
Is het leuk om te tennissen?
D
krijg jij genoeg zakgeld?

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gesloten vraag?
A
Ben jij morgen jarig?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions