les 5 kraamzorg W2VZO

 kraamzorg 
ziekteleer tijdens bevalling 







verzorgende IG - BBL - W2VZO 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 kraamzorg 
ziekteleer tijdens bevalling 







verzorgende IG - BBL - W2VZO 

Slide 1 - Slide

vorige week borst en flesvoeding 
Vragen? 

Slide 2 - Slide

Als je borstvoeding wilt geven moet je binnen hoeveel uur starten met na de bevalling?
A
1 uur
B
24 uur
C
12 uur
D
1 week

Slide 3 - Quiz

Wat doet het hormoon oxytocine?
A
laat de baarmoeder samentrekken
B
maakt de moeder slaperig
C
zorgt voor het toeschietreflex
D
alledrie zijn waar

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je de eerste melk die je geeft bij borstvoeding?

Slide 5 - Open question

flesvoeding mag klaar worden gemaakt met kraanwater
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Hoe lang mag je kunstvoeding buiten de koelkast bewaren?
A
30 min
B
1 uur
C
2 uur
D
24 uur

Slide 7 - Quiz

doel voor vandaag 
Jullie kunnen benoemen welke complicaties er tijdens een partus kunnen optreden, tevens weet je hoe je in deze situaties moet handelen als kraamverzorgster 

Slide 8 - Slide

learnbeat 

Slide 9 - Slide

NVO, niet vorderende ontsluiting
-Je hebt wel goede weeën -> maar ontsluiting vordert te traag
-Kan erg frustrerend zijn voor barende -> pijn/angst kunnen de ontsluiting ook vertragen

Interventies:
  • Geruststellen
  • Warme, douche kruik of rugmassage
  • Moeder warm houden
  • Verloskundige breekt soms de vliezen
  • Soms verwijzing gynaecoloog (ziekenhuis)


Slide 10 - Slide

NVO
= als er naar 1 uur geen vorderingen zijn terwijl de barende goed meeperst, de vliezen gebroken zijn en er volledige ontsluiting is

 
Oorzaken:
  • Bekkenvernauwing
  • Ongelijke verhouding tussen bekken en hoofdje (baby te groot)
  • Verkeerde stand (ligging) van het hoofdje
   
Interventie -> keizersnede (muv 3) of fundusexpressie


Slide 11 - Slide

fundusexpressie bij foetale nood
Foetale nood wil zeggen dat baby het moeilijk heeft
Fundus = bovenkant baarmoeder
Expressie = druk

-> bij fundusexpressie druk je tegen 
de bovenkant van de zwangere buik


Slide 12 - Slide

Afwijkende ligging van de baby
A.A.V. = Achterhoofdligging, Achterhoofd Voor -> normaal



Afwijkende liggingen:
  • Stuitligging (2-3%)
  • Volkomen stuitligging
  • Beentjes bij de knietjes gebogen, voetjes naast de billen
  • Onvolkomen stuitligging
  • Beentjes gestrekt omhoog, voetjes naast het hoofd
  • Dwarsligging
  • Aangezichtsligging
  • Kruinligging

Slide 13 - Slide

stuitligging
Gevolgen:
  • Baby daalt minder snel in (stuit kan baringskanaal minder goed vrijmaken)
  • Vaker meconium door druk buikwand baby (hoeft geen alarmsymptoom te zijn)
  • Barende eerder drukgevoel, vaak voor volledige ontsluiting
  • Meestal eerst billetjes en beentjes geboren

interventies:
Ziekenhuisbevalling of sectio 

Slide 14 - Slide

dwarsligging 
  • Baby ligt overdwars in de baarmoeder
  • De schouder ligt voor

Interventies:
Bevalling in het ziekenhuis
Bijna altijd keizersnee


Slide 15 - Slide

aangezichtsligging 
Baby wordt geboren met gezichtje voor ipv achterhoofd
Kan voorkomen bij:
  • Aangeboren afwijkingen baby
  • Bekkenvernauwing
  • Ongelijke verhouding bekken en hoofdje


Interventies:
Bevalling in het ziekenhuis
Kan wel vaginaal, maar meestal mbv verlostang
Gezichtje kindje vervormd na geboorte -> voorlichten dat dit bijtrekt


Slide 16 - Slide

kruinligging 
Baby wordt geboren met de kruin voor -> zeer zeldzaam
Kan voorkomen bij:
Slechte verhouding hoofd en bekken


Interventies:
Bevalling in het ziekenhuis
Kan wel vaginaal, maar meestal mbv verlostang of vacuümpomp


Slide 17 - Slide

schouderdystocie 
Het hoofdje van de baby is geboren, maar de rest van het lichaam komt er niet achter aan -> het schoudertje blijft steken
Gevolgen:
Baby kan niet ademen (kan zuurstoftekort optreden)
-> noodzakelijk dat baby binnen 5 minuten wordt geboren

Interventies:
Instructies opvolgen verloskundige
Evt ambulance bellen
Impressie


Slide 18 - Slide

suprabusche impressie
Je duwt boven het schaambeen het achterhoofd van de baby naar beneden ->

Zodat het hoofdje onder het schaambeen door kan naar de uitgang van het geboortekanaal.

Slide 19 - Slide

uitzakkende navelstreng 
De navelstreng ligt tijdens de bevalling beneden het voorliggende deel van de baby
  • Komt vaker voor bij stuitligging
  • Levensbedreigend voor de baby -> risico op afknelling, hierdoor hersenschade of zelfs overlijden
  • Je kunt het niet altijd zien
  • Verloskundige voelt het meestal wel

Slide 20 - Slide

interventies uitgezakte navelstreng 
  • De verloskundige drukt voorzichtig het voorliggende deel van de baby weg bij de navelstreng
  • Barende wordt in een houding geplaatst:
  • Trendelenburg
  • Steunend op knieën en ellenbogen
  • Half op de buik en half op zij met kussens onder de billen
  • Naar het ziekenhuis voor keizersnede

Slide 21 - Slide

voorliggende placenta 
Placenta geheel of gedeeltelijk voor baarmoederhals
Soms bloedverlies moeder tijdens zwangerschap
Meestal al ontdekt tijdens zwangerschap

Interventie:
Keizersnede
Soms al opname bij bloedverlies in zwangerschap


Slide 22 - Slide

ruptuur 

Slide 23 - Slide

fluxus postpartum 
= overmatig vaginaal bloedverlies,
meer dan 500 ml of meer dan 1000 ml in de eerste 24 uur na de bevalling


Gevolgen:
  • Shock bij de vrouw door het grote bloedverlies
  • Levensbedreigend!
  • Vraagt acuut handelen!


Slide 24 - Slide

verhoogde kans fluxus 
  • Het achterblijven van een placentarest
  • Een groot kind
  • Een meerlingzwangerschap
  • Vrouwen die veel kinderen hebben gebaard
  • Vrouwen bij wie de placenta op de operatiekamer kunstmatig is verwijderd
  • Een baarmoederinfectie

Slide 25 - Slide

symptomen fluxus postpartum

Slide 26 - Slide

interventies fluxus 

Slide 27 - Slide

vragen? 

Slide 28 - Slide

11 januari gaan we verder met...
verdieping ziekteleer kraamvrouw  


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

quiz time 

Slide 31 - Slide