onderwerp en persoonsvorm

onderwerp en persoonsvorm
doel: Je weet wat de persoonsvorm en het onderwerp is.
Je weet hoe je de persoonsvorm en het onderwerp kan vinden.
1 / 8
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

onderwerp en persoonsvorm
doel: Je weet wat de persoonsvorm en het onderwerp is.
Je weet hoe je de persoonsvorm en het onderwerp kan vinden.

Slide 1 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Zin van enkelvoud in meervoud of andersom.
B
Zin van tegenwoordige tijd in verleden tijd of andersom.
C
Maak van de zin een vraagzin.
D
A, B en C zijn allemaal goed.

Slide 2 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 3 - Quiz

Vind de persoonsvorm:
Barry vind een brief.
A
Barry
B
vind
C
een
D
brief

Slide 4 - Quiz

hoe vind je het onderwerp?

Slide 5 - Open question

Melle eet graag koekjes.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
Melle
B
eet
C
graag
D
koekjes

Slide 6 - Quiz

De bekende ster schudt mijn hand.
Wat is de persoonsvorm?
wat is het onderwerp

Slide 7 - Open question

maak nu bladzijde 48 van je werkboek

Slide 8 - Slide