English 1BD 5.1

English

Mr Brust
Mr Brust 21-12
English
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English

Mr Brust
Mr Brust 21-12
English

Slide 1 - Slide

Achievements
Prepositions of place & time
Present Simple
Correcte zinsopbouw
Possessive pronouns
Possessive Adjectives
Possessive ‘s
Articles & Plurals
Ordinal numbers
Vocab: Schoolsubjects, classroom language.





Slide 2 - Slide

Goals
Ik kan de Present Simple (inclusief signaalwoorden) herkennen en op de juiste manier toepassen.

Ik kan verschillende beroepen benoemen in het Engels.
Ik kan verschillende handelingen in het huis benoemen in het Engels.

Slide 3 - Slide

Present Simple

Slide 4 - Mind map

Wanneer gebruik je de Present Simple (tegenwoordige tijd)?
een mening
een gewoonte
een feit
iets wat al is gebeurd
iets wat met enige regelmaat gebeurd

Slide 5 - Drag question

Welke signaalwoorden van de Present Simple ken je al?

Slide 6 - Open question

1. Welke signaalwoord gebruik je bij de Present Simple?
A
always
B
yesterday
C
tomorrow
D
to have

Slide 7 - Quiz

2. Welke signaalwoord gebruik je bij de Present Simple?
A
2 days ago
B
the second of April
C
usually
D
to be

Slide 8 - Quiz

3. Welke signaalwoord gebruik je bij de Present Simple?
A
walking
B
every day
C
Shit regel
D
Preposition

Slide 9 - Quiz

4. Welke signaalwoord gebruik je bij de Present Simple?
A
at
B
2021
C
in
D
often

Slide 10 - Quiz

Hoe vervoeg ik de Present Simple bij I, you, we & they?
Bijvoorbeeld bij een werkwoord als walk

Slide 11 - Mind map

Hoe vervoeg ik de Present Simple bij he, she en/of it?
Bijvoorbeeld bij een werkwoord als walk

Slide 12 - Mind map

Spellingsveranderingen
Alleen bij he, she, it

  • Werkwoord dat eindigt op een sis-klank  +es, behalve als er al een –e staat op het einde
Kiss – Kisses close - closes
  • Werkwoord dat eindigt op een o  + es
Go – goes
  • Werkwoord dat eindigt op medeklinker + y  y verandert in ies
Study – studies

Slide 13 - Slide

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
I always ... (to walk) home on Friday.

Slide 14 - Open question

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
She never ... (to use) her bike.

Slide 15 - Open question

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
My neighbours usually ... (to eat) at the dining table.

Slide 16 - Open question

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
He always ... (to kiss) his grandmother on the cheek.

Slide 17 - Open question

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
Mr Brust ... (to watch) Netflix every Friday.

Slide 18 - Open question

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
Charissa ... (to do) her homework at the attic at night.

Slide 19 - Open question

Schrijf het werkwoord op de juiste manier.
Mo often ... (to study) in the morning.

Slide 20 - Open question

Hoe goed begrijp je de Present Simple nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link