leestekens 3 basis

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

H1 spelling

Doel: Aan het einde van de les weet je waar de leestekens in een zin horen te staan.

Leestekens zorgen de leesbaarheid van een tekst.

Aan het einde van een zin

• punt 
• vraagteken
• uitroepteken

Wat mist in de zin?

Susan kun je even helpen

1. .
2. ?
3. !
4. ,

Komma

• tussen twee persoonsvormen
• tussen delen van een opsomming
• Na een naam of uitroep aan het begin van een zin
• voor verbindingswoorden, zoals: nadat, omdat, terwijl, toen, want

Wat mist in de zin?

Als je het weet mag je het zeggen

1. .
2. ?
3. !
4. ,

Wat mist in de zin?

Ga je zaterdag stappen

1. .
2. ?
3. !
4. ,

Bij een citaat

• dubbele punt en aanhalingtekens

Mevrouw Ramsey zegt: 'Je moet goed je best doen om te slagen.'

Tijdens de voetbaltraining schreeuwde de trainer: 'Laat dat!'

Vlak voordat ze de bus instapte fluisterde ze haar vriend wat in het oor

Streng zegt de dokter veel water drinken en meer bewegen dus!

Aan het einde van de vakantie zei Tom wat jammer dat het alweer voorbij is

De fiets die Bob gekocht heeft is van slechte kwaliteit