3GT Hoofdletters en leestekens

Leestekens zorgen de leesbaarheid van een tekst.
Aan het einde van een zin
  • punt 
  • vraagteken
  • uitroepteken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leestekens zorgen de leesbaarheid van een tekst.
Aan het einde van een zin
  • punt 
  • vraagteken
  • uitroepteken

Slide 1 - Slide

Komma
  • Tussen twee persoonsvormen
  • Tussen delen van een opsomming
  • Na een naam of uitroep aan het begin van een zin
  • Voor verbindingswoorden, zoals: nadat, omdat, terwijl, toen, want

Slide 2 - Slide

Wat mist in de zin?

Ga je zaterdag stappen
A
.
B
?
C
!
D
,

Slide 3 - Quiz

Wat mist in de zin?

Als je het weet mag je het zeggen
A
.
B
?
C
!
D
,

Slide 4 - Quiz

Maar wanneer gebruik je hoofdletters?
  • Begin van een zin
  • Bij namen (Joost de Vries)
  • Woorden van aardrijkskundige namen (Franse)
  • Officiële feestdagen (Pasen, Kerstmis)

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je een dubbele punt?
  • Na een uitleg
     We hebben vandaag geen Nederlands: de juf is ziek. 
  • Bij een opsomming
     Voor een tosti heb je nodig: 2 plakken brood, kaas en ham. 
  • Voor een aankondiging
      Ik heb een nieuwtje: de studiedag gaat niet door.
  • En .....

Slide 6 - Slide

...bij een citaat
  • dubbele punt en aanhalingstekens

Onze mentor zegt: 'Je moet goed je best doen om te slagen.'
Tijdens de voetbaltraining schreeuwde de trainer: 'Laat dat!'

Slide 7 - Slide

Malika heb jij een gsm-abonnement of een prepaid

Slide 8 - Open question

Wij hebben geen huisdieren want mijn broertje is allergisch voor katten

Slide 9 - Open question

Je kunt op verschillende manieren naar Engeland reizen met de boot de trein of het vliegtuig

Slide 10 - Open question

Milou riep: 'Pas op voor die wesp op je hand!'
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Wat is het budget voor de klassenavond? vroeg Job aan de mentor.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Na de les vroeg meneer Berends: 'Blijven jullie allemaal even zitten."
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz