4B H1 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

H1 taalverzorging

Doel: Aan het einde van de les weet je waar de hoofdletters en leestekens in een zin horen te staan.

Leestekens zorgen de leesbaarheid van een tekst.

Aan het einde van een zin

• punt 
• vraagteken
• uitroepteken

Komma

• Tussen twee persoonsvormen
• Tussen delen van een opsomming
• Na een naam of uitroep aan het begin van een zin
• Voor verbindingswoorden, zoals: nadat, omdat, terwijl, toen, want

Wat mist in de zin?

Ga je zaterdag stappen

1. .
2. ?
3. !
4. ,

Wat mist in de zin?

Als je het weet mag je het zeggen

1. .
2. ?
3. !
4. ,

Wat mist in de zin?

Susan kun je even helpen

1. .
2. ?
3. !
4. ,

Bij een citaat

• dubbele punt en aanhalingstekens

Meneer Vredeveld zegt: 'Je moet goed je best doen om te slagen.'

Tijdens de voetbaltraining schreeuwde de trainer: 'Laat dat!'

Maar wanneer gebruik je hoofdletters?

• Begin van een zin
• Bij namen (Joost de Vries)
• Woorden van aardrijkskundige namen (Franse)
• Officiële feestdagen (Pasen, Kerstmis)

Heb jij Robin nog gezien in de bioscoop

Voor het verjaardagsfeest zijn alleen Bart Merel en Megan uitgenodigd

Eva raap die rommel onmiddellijk op

Terwijl Bas de hond uitlaat doet zijn broertje de afwas

Drie muizen zijn tegen elkaar aan het opscheppen hoe stoer ze zijn.

1. Goed
2. Fout

De eerste muis zegt: Ik ben zo stoer en sterk dat ik laatst een volledig zakje muizengif heb opgegeten!

1. Goed
2. Fout

De tweede antwoordt direct: 'Nou, toen ik in een muizenval trapte, heb ik het ding gewoon opengebogen.'

1. Goed
2. Fout

Daarop zegt de derde muis lachend: 'tot later jongens, ik ga de kat nog wat pesten.'

1. Goed
2. Fout

Waar heb je nog hulp bij nodig?

Nu gaan jullie zelf oefenen

• telefoons in de telefoontas
• maak opdracht 1, 4, 5, 6