k1b 6 mei

Goede vakantie gehad?


Wie is er gisteren naar Eindhoven geweest?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goede vakantie gehad?


Wie is er gisteren naar Eindhoven geweest?

Slide 1 - Slide

Economie

Ga rustig zitten
pak je economie-boek en een pen

Slide 2 - Slide

Afspraken
  • Je steekt je vinger op als je iets wil zeggen
  • Je blijft op je eigen plek zitten
  • We gooien geen dingen door het lokaal

Slide 3 - Slide

Wie weet het nog?
Welke soorten inkomsten zijn er?

Slide 4 - Slide

Loon/salaris

Slide 5 - Slide

Winst

Slide 6 - Slide

Uitkering

Slide 7 - Slide

Wie weet het nog?
Welke soorten uitgaven zijn er?

Slide 8 - Slide

Vaste lasten

Slide 9 - Slide

Dagelijkse uitgaven

Slide 10 - Slide

Incidentele uitgaven

Slide 11 - Slide

Welke soorten uitgaven zijn dit?
Boodschappen
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 12 - Quiz

Welke soorten uitgaven zijn dit?
De hypotheek van een huis
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 13 - Quiz

Welke soorten uitgaven zijn dit?
Een abonnement op ESPN
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 14 - Quiz

Welke soorten uitgaven zijn dit?
Een drankje doen met een vriendin
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 15 - Quiz

Welke soorten uitgaven zijn dit?
Een nieuwe vaatwasser
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 16 - Quiz

Welk soort inkomen is dit?
Je krijgt betaald omdat je voor een baas hebt gewerkt
A
Loon
B
Winst
C
Uitkering

Slide 17 - Quiz

Is dit wel of geen deugdelijk product? Je wasmachine gaat na een jaar kapot
A
Wel een deugdelijk product
B
Geen deugdelijk product

Slide 18 - Quiz

Is dit wel of geen deugdelijk product? De tweedehands fiets waar je €20 voor hebt betaald is na een jaar kapot
A
Wel een deugdelijk product
B
Geen deugdelijk product

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt het geld wat je kunt uitgeven genoemd?
A
Inkomen
B
Budget
C
Smaak
D
Invloed

Slide 20 - Quiz

Welke soort invloed is dit?
Een influencer maakt reclame voor een product
A
Sociale invloed
B
Commerciële invloed

Slide 21 - Quiz

Welke soort invloed is dit?
Een advertentie van een bedrijf
A
Sociale invloed
B
Commerciële invloed

Slide 22 - Quiz

Welke soort invloed is dit?
Een vriend van je zegt dat hij hele vette nieuwe schoenen heeft
A
Sociale invloed
B
Commerciële invloed

Slide 23 - Quiz

Zijn dit goederen of diensten?
Een automonteur
A
Goederen
B
Dienst

Slide 24 - Quiz

Zijn dit goederen of diensten?
Een hamburger in een restaurant
A
Goederen
B
Dienst

Slide 25 - Quiz

Omgaan met geld
Om incidentele uitgaven te kunnen betalen, moet je geld reserveren.

Om te weten hoeveel je krijgt en uitgeeft kun je een begroting maken

Daar zet je je inkomsten en uitgaven op

Slide 26 - Slide

Samen een begroting maken

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
  • Open je boek op bladzijde 36
  • Maak opdracht 8, 10 en 11
  • Overleggen op fluistertoon
  • Ik loop rond om te helpen
  • Klaar? Lees alvast de volgende tekst
timer
5:00

Slide 29 - Slide