Interacties tussen organismen van een zelfde soort

Wat is GEEN voordeel van leven in groep voor organismen?
A
territorium in groep beschermen/veroveren
B
jagen in groep
C
minder vatbaar voor ziektes
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is GEEN voordeel van leven in groep voor organismen?
A
territorium in groep beschermen/veroveren
B
jagen in groep
C
minder vatbaar voor ziektes

Slide 1 - Quiz

Dieren die toevallig samenleven omdat ze zijn aangewezen op hetzelfde voedsel, beschutting...
A
Hier is sprake van associatie.
B
Hier is sprake van coöperatie..
C
Hier is sprake van dissociatie..
D
Hier is sprake van aggregatie..

Slide 2 - Quiz

Welk gedrag zie je op de afbeelding?
A
baltsgedrag
B
territoriumgedrag
C
conflictgedrag
D
haantjesgedrag

Slide 3 - Quiz

Welk voordeel van een leven in groep is zichtbaar op de figuur?
A
jagen in groep
B
waakzaamheid delen en elkaar beschermen

Slide 4 - Quiz

Wanneer soorten voordeel halen uit de aanwezigheid van soortgenoten, spreken we van een...
A
aggregatie
B
associatie

Slide 5 - Quiz

Wanneer 1 of beide ouders op een bepaalde manier voor hun nageslacht zorgt, spreken we van...
A
broedzorg
B
kudde

Slide 6 - Quiz

Welk type coöperatie gaan koeien aan?
A
broedzorg
B
kudde

Slide 7 - Quiz

Een dagpauwoog heeft een afbeelding van twee ogen op de vleugels die lijken op uilenogen.
A
Dit is een reflex.
B
Dit is een duidelijk voorbeeld van mimicry.
C
Hier is sprake van nabootsing.
D
Dit is een voorbeeld van instinct.

Slide 8 - Quiz

Waarom communiceren dieren NIET?
A
Om concurrenten te imponeren.
B
Om aan te geven dat ze een voedselbron ontdekt hebben.
C
Om aan anderen te tonen dat ze moeten ontlasten.
D
Om soortgenoten te alarmeren.

Slide 9 - Quiz

Wat zijn tactiele signalen?
A
signalen die je kan zien
B
signalen die je kan horen
C
signalen die je kan ruiken
D
signalen die je kan voelen

Slide 10 - Quiz

Welk gedrag is NIET aangeleerd?
A
gewenning
B
inprenting
C
conditionering
D
reflex

Slide 11 - Quiz

De hond van Pavlov is een voorbeeld van...
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
leren door inzicht
D
gewenning

Slide 12 - Quiz