Les 5 Grammatica Persoonsvorm (herhaling jaar 1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

De persoonsvorm is dus altijd een werkwoord

Werkwoord?

= een 'doe' woord

Lopen, rennen, fietsen, huilen, eten, lachen

Wie kan er nog een paar voorbeelden noemen?

Gebruik de tijdsproef en zoek de persoonsvorm in deze zin:
De jongens lopen naar school

1. De jongens
2. school
3. lopen naar school
4. lopen

noem werkwoorden

Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
Op vrijdag ga ik altijd naar de bioscoop.

Hoe vind je de persoonsvorm?

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.

1. Jacob
2. gamen
3. wil
4. graag

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. Lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wij halen morgen een hond uit het asiel.

1. hond
2. morgen
3. wij
4. halen

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

1. waar
2. niet waar

De persoonsvorm is altijd een werkwoord, maar wat is een werkwoord ook alweer?

1. een doe-woord
2. het onderwerp
3. het gezegde

Aan de slag! 

Maak opdracht 1, 2 en 3 blz. 19 

= huiswerk