hoofdstuk 2 vaktaal

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Het doel van dit hoofdstuk:

het lezen van teksten die je nodig hebt:

- bij praktijklessen

- op stage

- of later in je werk

de instructietekst

Een instructie vertelt wat je moet doen.

En hoe je iets moet doen.

het recept

de gebruiksaanwijzing

het werkwoord

de volgorde

de cijfers

de foto's / plaatjes

 de instructie

Doelen van de les:

- weten wat vaktaalwoorden zijn en ze herkennen

- betekenissen van vaktaalwoorden op kunnen zoeken

de vaktaal

= taal die je hoort bij een bepaald vak of beroep

rijgen

vijlen

snijden

draad

kneden

blokhaak

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
bakken, braden, vijlen, wegen

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
spelden, rijgen, mengen, naaien

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
kwast, garde, penseel, roller

Wat hoort niet in het rijtje thuis?
springen, lassen, rollen, rennen

Maak zelfstandig opdracht 3 in je werkboek op bladzijde 35.

Ben je klaar? 

- laat je werk nakijken door de juf

- ga verder met 'taalklas' op oefenen.nl

Wat heb je deze les geleerd?