Opfrissen werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

     Herhaling werkwoordspelling 

Werkwoordspelling

• Werkwoorden
  
• Onderwerp
• Persoonsvorm TT/VT
• Voltooid deelwoord
• Engelse werkwoorden

Hoe vind ik ook alweer de persoonsvorm?

1. Zin vragend maken
2. Verander het aantal in de zin
3. Zin in een andere tijd zetten
4. Alle drie?

Onderwerp vinden?

Het onderwerp vind je door:

wie of wat + persoonsvorm

Het blije kind hinkelt.

Persoonsvorm = hinkelt

onderwerp = het blije kind

Wat is het onderwerp?

Ik zal morgen zeker komen.

1. Zal
2. Ik
3. Morgen
4. Zeker

Wat is de persoonsvorm?
De bomen kunnen zeker niet praten?

1. Praten
2. Zeker
3. Kunnen
4. Bomen

Vervang de persoonvorm voor

Smurfen

of 

Lopen

Hij zegt dat hij van haar ....... .

1. houd
2. houdt
3. houden

Piet en Jan ....... door het bos.

1. Loop
2. Loopt
3. Lopen

je ..... (bieden) haar geen kans

1. bied
2. biedt
3. bood
4. biedde

Herhaling tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord

Belangrijk: 't ex kofschip/ 't sexy fokschaap

 gebruik je NIET in de tegenwoordige tijd. 

de eerste stappen: 

1. kijk naar het hele werkwoord 

2. haal de -en van het werkwoord 

tegenwoordige tijd:

3. moet de stam nog aangepast worden? >> lopen 

4. Jij hij, het? >> T erachter > hij houdT

4. Geen T bij jij / je achter ww! >>Word je directeur, wordt je vader...

5. Geen d in hele ww, dan geen d bij tt! 

Let op! 

Engelse werkwoorden vervoeg je hetzelfde! klinkt het niet: e erbij

Herhaling verleden tijd 

Belangrijk: hier gebruik je WEL 't ex kofschip! 

de eerste stappen: 

1. kijk naar het hele werkwoord 

2. haal de -en van het werkwoord 

regels 

• Is het werkwoord sterk of zwak? 
  
• Zwak? Moet er er Te (n) of De (n) achter? 
  


• Kijk naar de laatste letter van het ww 
•  'T ex kofschip of sexy fokschaap gebruiken! 
• al een d in het hele werkwoord? dan extra d! 

Voltooid deelwoord: je herkent het aan: 

1. er staat altijd een ander werkwoord bij een voltooid deelwoord

2. het begint vaak met ge, of be, ver, ont 

ik BEN geboren, 

jij HEBT gewerkt,

ik BEN begonnen

Hij HEEFT verloren

Voltooid deelwoord herhaling 

Stappenplan:

de eerste stappen: 

1. kijk naar het hele werkwoord 

2. haal de -en van het werkwoord 

3. kijk naar de laatste letter

5. gebruik het 't ex kofschip 

6. of maak het woord langer 

een voltooid deelwoord schrijf je NOOIT met DT!!!!!!!

Het nakijken van alle toetsen (kosten) hem heel veel tijd.

1. koste
2. kostte
3. kosten
4. kostten

Gisteren (praten) die leerlingen de problemen met hun docent uit.

1. prate
2. praten
3. praatte
4. praatten

(Word) je al gek van werkwoordspelling?

1. goed
2. fout

Zwakke werkwoorden

(te of de)

Sterke werkwoorden

(Klank)

Verleden tijd (VT).
Het vuur ... heel hard.
BRANDEN

1. brandt
2. brandde
3. brandden

Verleden tijd. Welke is goed?
LACHEN

1. Ik lachte
2. Ik lach
3. Wij laggen
4. Ik lachde

Hij (gamen) de hele dag door!
tegenwoordige tijd!

1. gamet
2. gamt
3. gamed