HV2 week 15 les 2 PO

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


  • Doe je telefoon in de telefoontas.
  • Ga op je vaste plek zitten.
  • Spullen op orde (lesboek, leesboek, schrift, pen, opgeladen iPad)
  • Pak je leesboek.
  • iPad in de tas. Die gebruik je alleen als de docent het zegt en alleen voor het vak Nederlands.
  • Geen tas op tafel.
  • Geen onacceptabel gedag.
  • Bij het samenwerken met je buur praat je zachtjes. 
  • Niet aan elkaar zitten. 

  • Tijdens de instructie en het stil lezen wordt er niet gepraat of contact gemaakt. 
  • Eén keer waarschuwen is je naam op bord. Tweede keer is inkomen (je kan in de meeste gevallen wel in de les blijven) en worden je ouders geïnformeerd. 
  • Niet achterom zitten.
  • Je maakt je huiswerk. 
  • Geen jas of kauwgom in het lokaal (als je wel een jas in het lokaal hebt, breng je die naar beneden en word je op te laat gezet). 

Regels

Slide 2 - Slide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Vandaag
PO

Slide 4 - Slide

Toets en PO

PO inleveren 17 april
Toets 15 mei 2E / 17 mei 2G

Slide 5 - Slide

Te behandelen grammatica Kern P3
H5 Taalkundig ontleden (zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijke naamwoord, bijwoord, voorzetsel. voornaamwoorden, soorten werkwoorden): behandeld

H6 Redekundig ontleden (persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling): behandeld

H20 Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde: behandeld
H21 Voornaamwoorden & telwoorden: behandeld

H35 Samengestelde zinnen en voegwoorden: behandeld

H36 Bijvoeglijke bepaling & bijstelling: behandeld

Week 16: oefenbladen Teams

Slide 6 - Slide

Lesdoelen

Je hebt na deze les je PO zo ver mogelijk af. 

Slide 7 - Slide

Herhaling vorig lessen

Bijstelling en bijvoeglijke bepaling

Slide 8 - Slide

Uitleg bijvoeglijke bepaling

De bijvoeglijke bepaling is een zinsdeel.

Slide 9 - Slide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling


Zinsdelen
Zinsdeelstuk

Slide 10 - Slide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 11 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 12 - Slide

Tip: welk/wat voor + zelfst. nw.?
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen:
welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

En ja! Het lijkt heel veel op een bijvoeglijk naamwoord als je de woordsoorten moet benoemen.

Slide 13 - Slide

Voorbeeldzin bvb
Ze     /  speelt  /  het mooiste melodietje uit de musical.
ond    pv+wwg                               lv

  • Wat is het belangrijkste znw in het lijdend voorwerp?
  • Melodietje
  • Welk / wat voor + melodietje?
  • mooiste = bijvoeglijke bepaling bij melodietje
  • uit de musical = bijvoeglijke bepaling bij melodietje

Slide 14 - Slide

Bijstelling


Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is erg mooi.

Slide 15 - Slide

Wat doet het?
De bijstelling geeft extra informatie over iets wat al in de zin staat. 
Voorbeeld: 
Ik heb bloemen, een bos rozen, van mijn vriendin gekregen. 

  • In de zin staat dat ik bloemen heb gekregen.
  • De extra informatie die toegevoegd wordt, is dat het gaat om een bos rozen. 
  • Een bos rozen is hier de bijstelling, want het geeft extra informatie over bloemen.

Slide 16 - Slide

De zin verdelen in zinsdelen
De bijstelling hoort bij hetzelfde zinsdeel als het object waar het iets over zegt.
 
Dus:
Ik |heb| bloemen, een bos rozen, |van mijn vriendin |gekregen.

Slide 17 - Slide

De zinsdelen benoemen
De bijstelling hoort bij hetzelfde zinsdeel als het object waar het iets over zegt. 
|Ik |heb| bloemen, een bos rozen, |van mijn vriendin |gekregen.|
pv = heb                                                                
wg = heb, gekregen                                 
ow = ik
lv = bloemen, een bos rozen  
bijstelling = een bos rozen  
mv = x  

Slide 18 - Slide

Huiswerk nakijken
H36 opdracht 1, 5 en 7

Slide 19 - Slide

Huiswerk
x

Slide 20 - Slide

Aan de slag

  • Ga aan de slag met je PO. 






    Slide 21 - Slide

    Is de opdracht duidelijk?

    Jullie gaan zelfstandig werken. 
    Als je hulp nodig hebt, ben ik er voor je. 

    Slide 22 - Slide

    Zijn voor jou de lesdoelen behaald

    Ik heb mijn PO zo ver mogelijk af. 

    Slide 23 - Slide

    Volgende les
    Oefenen voor de toets. 
    WEA afwezig. 

    Slide 24 - Slide

    Hoe ging deze les?
    Wat heb je geleerd vandaag?

    Wat vond je leuk aan deze les? 

    Heeft iemand vragen?

    Slide 25 - Slide

    Fijne dag

    Slide 26 - Slide