H2.5 milieueffect

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

H2.5 milieueffect

Wat gaan we doen vandaag

- Kort wat vragen multiple choice naamgeving 

- belangrijkste punten uit paragraaf 5 = milieueffect

- toets bespreken 

- Laatste vragen voor de toets

Aan het einde van de les kan je

- uitleggen hoe verzuring van wateren en de bodem ontstaat 

- Het natuurlijke en versterkte broeikaseffect uitleggen 

- Rekenen met grenswaardes

- alternatieven voor brandstof opnoemen

1. 1,2,3-broombenzeen
2. 4,5,6-broombenzeen
3. 1,2,3- tribroomcyclobenzeen
4. 1,2,3-tribroombenzeen

1. chloorcyclopentaanol
2. 1-chloorcyclobutaanol
3. 1,2-chloorcyclobutaanol
4. 1-chloorcyclobutaan-1-ol

1. 2,2-dijood-1-methylbutaan-1-amine
2. 2,2-dijoodpentaan-1-amine
3. 3,3-dijoodpentaan-2-amine
4. 3-dijoodpentaan-2-amine

1. 2,3,3,4-fluorpentaan-2-ol
2. 2,3,3,4-fluorpentaan-4-ol
3. 2,3,3,4-tetrafluorpentaan-2-ol
4. 2,3,3,4-tetrafluorpentaan-4-ol

Wat gebeurt er als we op benzine rijden 

natuurlijk broeikas effect

gassen in de lucht

21% zuurstof, 78% stikstof, en kleine hoeveelheden waterdamp en CO₂

deze gassen houden de warmte op aarde vast (wat ook goed is anders is het -18 graden celsius)

Deels gaat de warmte er snachts weer uit 

Versterkt broeikas effect

Te veel CO₂ uitstoot maar ook andere gassen zoals NO en NO₂ en methaan

= houden te veel warmte vast 

= opwarming aarde

Verzuring

Daarnaast zorgen CO₂, en NO₂ en NO en SO₂

voor verzuring (door te reageren met water)

TGG-waarde = tijdgewogen gemiddelde (grenswaarde)

Hoeveel er maximaal per m3 lucht van een stof in de lucht mag zitten

Alternatief: biobrandstoffen

- die zijn CO₂ neutraal (door plantaardig materiaal te gebruiken die ook CO₂ kunnen omzetten) 

= biomassa

of stoten geen CO₂ uit. 

Je mag nu zelfstandigwerken

Maak  H2.5 vraag 50 51, 54 t/m 57 vanaf blz. 57