Een gesprek voeren

Een gesprek voeren
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Een gesprek voeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat is non verbale communicatie?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat is verbale communicatie?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Non-verbale en verbale communicatie
Verbale communicatie is het delen of overbrengen van een boodschap door middel van woorden

Non-verbale communicatie  is het overbrengen van een boodschap ZONDER woorden (gebruik van lichaamstaal)

Slide 6 - Slide

In situaties waarin verbaal en non-verbaal elkaar tegenspreken, geloven mensen eerder de non-verbale boodschap. Bijvoorbeeld: als iemand stampvoetend zegt 'Ik ben helemaal niet boos', denken de meeste mensen dat die persoon wél boos is.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zegt zijn gezichtsuitdrukking?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Goed communiceren 
Als je op een goede manier communiceert, lukt het om jouw boodschap zo over te brengen dat de ander deze begrijpt. Goed communiceren doe je zo:

  • Zorg dat verbale en non-verbale communicatie met elkaar kloppen.
  • Toon respect voor de ander.
  • Luister actief.
  • Kies het communicatiemiddel dat past bij de ander.
  • Kies het communicatiemiddel dat past bij de situatie.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Actief luisteren 
Als je actief luistert, richt je je helemaal op het verhaal van de ander. Je probeert jouw gesprekspartner te begrijpen. Je moedigt hem aan om verder te praten. Jouw eigen mening bewaar je voor jezelf.

Actief luisteren doe je zo:
  • Kijk de ander aan.
  • Leun iets voorover naar de ander toe.
  • Moedig de ander aan om door te praten met hummen, met knikken of door kort de zin te herhalen.
  • Stel een vraag om meer te weten te komen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maken werkblad bij les 24
Bladzijde 40

Slide 11 - Slide

This item has no instructions