H3 Faseovergangen

Faseovergangen
Faseovergangen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Faseovergangen
Faseovergangen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen Faseovergangen
  • Je kunt de 6 faseovergangen van een stof noemen en uitleggen wat er bij elk van die faseovergangen gebeurt.
  • Je kunt dit ook uitleggen met het bolletjesmodel.
  • Je kunt uitleggen welke invloed de temperatuur heeft op de fase waarin een stof verkeert.
  • Je kunt een fasedriehoek tekenen incl. fase en faseovergangen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vervolg
  • Je kunt een tabel met smelt- en kookpunten correct interpreteren
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een smeltpunt en smelttraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een kookpunt en kooktraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.



Slide 3 - Slide

Wat is temperatuur?
 'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip. 
Het wordt gebruikt om te meten 
hoe warm of hoe koud iets is. 

Slide 4 - Slide

Wat is temperatuur?
A
Een manier om te vertellen hoe warm of koud het is
B
Een manier om te vertellen hoe koud of warm het is
C
'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip om te meten hoe warm/koud iets is.
D
Ik krijg het er warm van... en weet het niet.

Slide 5 - Quiz

Hoe meet je temperatuur?
  • Temperaturen met je met een thermometer.
  • De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Celsius.
  • Maar er is ruzie geweest over de naam en indeling.
  • Daarom is temperatuur niet overal hetzelfde...

Slide 6 - Slide

Temperatuurschalen
  • Celsius; twee ijkpunten: 0 oC waarbij water bevriest en 100oC waarbij water gaat koken
  • Kelvin; begint bij het absolute nulpunt, hierbij bewegen de atomen niet meer. -273 oC = 0 oK                   
  • Fahrenheit; TFahrenheit = (Tcelsius *9/5 +32) oF
    (alleen VWO)

Slide 7 - Slide

Celcius / Kelvin

Slide 8 - Slide

Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 9 - Slide

Temperatuur meet je met een..
A
kookwekker
B
natte vinger
C
weerman
D
thermometer

Slide 10 - Quiz

Wetenschappers gebruiken de temperatuurmaat van...
A
Newton
B
Fahrenheit
C
Celsius
D
Kelvin

Slide 11 - Quiz

100 graden Celsius = ... Kelvin
A
0 K
B
100 K
C
273 K
D
373 K

Slide 12 - Quiz

Hoeveel graden Celcius is 273 Kelvin
A
0
B
100
C
50
D
-100

Slide 13 - Quiz

Hoeveel graden Celsius is 578 Kelvin?
A
851 graden Celsius
B
505 graden Celsius
C
305 graden Celsius
D
205 graden Celsius

Slide 14 - Quiz

Wat is het smeltpunt van ijs, gemeten in Kelvin (K)

A
100 K
B
0 K
C
373 K
D
273 K

Slide 15 - Quiz

Bereken de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 20 graden Celsius is
A
253 K
B
- 253 K
C
-293 K
D
293 K

Slide 16 - Quiz

Hoeveel Fahrenheit is 10 graden Celsius?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Faseovergangen
Faseovergangen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 21 - Quiz

De faseovergang van vloeibaar naar vast noemen we
A
verdampen
B
stollen
C
smelten
D
condenseren

Slide 22 - Quiz

De faseovergang van gas naar vast noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 23 - Quiz

De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 24 - Quiz

Smeltpunt hoort bij:
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 25 - Quiz

Is de smeltcurve hiernaast van een zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 26 - Quiz

Is dit een stoldiagram van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 27 - Quiz

Bekijk de grafiek hiernaast. Is dit een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
C
Kun je niet zeggen

Slide 28 - Quiz

(klik op het plaatje)
Het is -45 C welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 29 - Quiz

(klik op het plaatje)
Het is 25 C welke fase heeft azijnzuur?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 30 - Quiz

Leerdoelen Faseovergangen
  • Je kunt de 6 faseovergangen van een stof noemen en uitleggen wat er bij elk van die faseovergangen gebeurt.
  • Je kunt dit ook uitleggen met het bolletjesmodel.
  • Je kunt uitleggen welke invloed de temperatuur heeft op de fase waarin een stof verkeert.
  • Je kunt een fasedriehoek tekenen incl. fase en faseovergangen

Slide 31 - Slide

Leerdoelen vervolg
  • Je kunt een tabel met smelt- en kookpunten correct interpreteren
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een smeltpunt en smelttraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een kookpunt en kooktraject en waardoor dit wordt veroorzaakt.



Slide 32 - Slide