Spelling H1 - les 1

Spelling H1
trema, apostrof, accent, cedille
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spelling H1
trema, apostrof, accent, cedille

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • huiswerkcontrole
  • filmpje opstel
  • samen startopdracht
  • uitleg theorie
  • oefenen
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Huiswerk af?
H1 - Lezen: opdr 1, 2, 4

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

doelen
  • Ik weet wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 5 - Slide

startopdracht 
Log in met je eigen naam.

Slide 6 - Slide

Maak twee correcte samenstellingen waarvan het eerste woord 'auto' is. De eerste samenstelling schrijf je met een koppelteken (streepje), de tweede zonder.

Slide 7 - Open question

koppelteken
De meeste samenstellingen schrijf je aan elkaar:
kassameisje, wijkagent, politiebureau, schoolkantine

Bij een klinkerbotsing gebruik je een koppelteken:
auto-ongeluk, lente-ui, video-opname

Slide 8 - Slide

trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen   worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren,   beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge 

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 9 - Slide

apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: ik hou van y baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 10 - Slide

accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 11 - Slide

cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç 
  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 12 - Slide


Wat is de juiste vorm?
A
buggytje
B
buggy'tje

Slide 13 - Quiz


Wat is de juiste vorm?
A
tv-s
B
tv's

Slide 14 - Quiz


Wat is de juiste vorm?
A
cafees
B
cafés

Slide 15 - Quiz

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 16 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 1 Spelling: opdracht 1, 2, 4, 6

extra oefenen? -> online methode 'trainen'

Slide 17 - Slide

doelen
  • Ik weet wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 18 - Slide