werkwoordspelling les 4: voltooid deelwoord & onvoltooid deelwoord (Rev.)

WERKWOORDSPELLING
LES 4: voltooid deelwoord & onvoltooid deelwoord

Nederlands
 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING
LES 4: voltooid deelwoord & onvoltooid deelwoord

Nederlands
 

Slide 1 - Slide

Vorige lessen heb je geleerd...
... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

.... hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet= regels weten!).

... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.


Slide 2 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 3 - Open question

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 4 - Open question

Wat is de regel voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd?

Slide 5 - Open question

Wat is een sterk werkwoord? Schrijf er drie op!

Slide 6 - Open question

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 7 - Open question

Voltooid deelwoord
Deze vorm wordt het meeste gebruikt. .De actie is afgerond (of klaar) Denk aan een werkstuk dat af is (=voltooid) en becijferd kan worden.
Voorbeeld: 
... De juf is (pv) keihard naar huis gefietst (vdw).
... De jongen heeft (pv) geprobeerd (vdw) om het examen te halen.

Belangrijk: altijd eerst de persoonsvorm uit de zin halen en dan pas kijken welke vorm je moet invullen.





Slide 8 - Slide

Onvoltooid deelwoord
Deze vorm zie je weinig. De actie is nog bezig (niet klaar).
Voorbeeld: 
... Fietsend (ovd) ging (pv) de juf naar huis. Je ziet haar op de fiets gaan....
... Zuchtend en proestend (ovd) klom (pv) de oude man naar boven. Je ziet hem naar boven gaan.

Belangrijk: altijd eerst de persoonsvorm uit de zin halen en dan pas kijken welke vorm je moet invullen.





Slide 9 - Slide

Spelling van voltooid deelwoorden
1. Zoek eerst de persoonsvorm uit de zin.
2. Is het werkwoord dat je moet invullen geen persoonsvorm?  
     Is het een vdw?
3. Pas dan de regel van 't ex-kofschip toe. (net zoals bij pv v.t.)

Voorbeeld:    Jan heeft (pv) de oefening geprobeer..  (volt.deelw.)
Je moet de regel van 't ex-kofschip invullen....weet je deze nog?
Uitleg regel: Het hele werkwoord min -en (proberen - en wordt prober - de 'r' staat niet in 't ex-kofschip dus het wordt geprobeerd)

Slide 10 - Slide

Spelling van onvoltooid deelwoorden
1. Zoek eerst de persoonsvorm uit de zin.
2. Is het werkwoord dat je moet invullen geen persoonsvorm?  
     Is het een odw?
3. Schrijf dan het onvoltooid deelwoord met een 'd'

Voorbeeld:    ........ liep (pv) Jan naar het mooie huis. (lachen)
Je vult het gevraagde werkwoord in. Het blijkt hier een onvoltooid deelwoord te zijn, want 'Lachend' past op de plek van de stippen.
Regel: schrijf de onvoltooid deelwoorden altijd met een 'd', dus invullen maar!

Slide 11 - Slide

Opdrachten
Op slide 18 t/m 34 vind je verschillende afbeeldingen met teksten waarin spelfouten worden gemaakt. 

Het gaat hierbij steeds om fouten in de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en/of het voltooid deelwoord. 

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Slide 12 - Slide


Hoeveel spelfouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide


Hoeveel fouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz


Verbeter de fout.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide


Hoeveel spelfouten vind je in dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 28 - Open question