3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een kenmerk van een stad is dat er veel hoogbouw is.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

In wijken met een hoge WOZ-waarde wonen vooral rijke mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

de woz waarde van de woningen in de karpen is hoog
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

wat is welvaart?
A
Land dat goederen verdeelt over het achterland.
B
Ontwikkelde landen. Rijke landen waar de meeste mensen in de dienstensector werken.
C
de rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt.
D
Groot bedrijf dat in veel landen een fabriek of kantoor heeft.

Slide 5 - Quiz

welzijn
A
de armheid van een land gemeten op basis van levensomstandigheden
B
de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden
C
de rijkdom van een land gemeten op basis van geld

Slide 6 - Quiz

Leefbaarheid =
A
Hoe welvarend je bent
B
Hoe geschikt de wijk is om in te wonen
C
Hoeveel koop en huurwoningen er zijn in de wijk
D
Bebouwingsdichtheid

Slide 7 - Quiz

Vooral rijke mensen wonen
het liefst in wijken met veel hoogbouw.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Een wijk is een...
A
Deel van een dorp
B
Deel van een stad
C
Deel van een provincie
D
Deel van een land

Slide 9 - Quiz

In probleemwijken is de leefbaarheid......
A
goed
B
slecht

Slide 10 - Quiz

Wat gaan we vandaag leren?
Als er nieuwe woningen worden gebouwd, zijn die vaak modern en populair. Waarom gaan wijken achteruit als ze ouder worden?

Leerdoel: Waarom  gaat het met sommige wijken beter dan met andere wijken?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Integratie
Integratie en segregratie

Slide 14 - Slide

Wat betekent integreren
A
Inburgeren.
B
Behouden van je eigen cultuur.
C
Dat is hetzelfde als segregatie.
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven apart van elkaar.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Waarom vindt de overheid het belangrijk dat er buurtfeesten georganiseerd worden?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Succescriteria
  • Je kunt uitleggen wat opleidingsniveau en structurele werkloosheid met elkaar te maken hebben.
  • Je kunt uitleggen waarom de integratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken moeizaam verliepen.
  • Je kunt uitleggen waarom de integratie van kinderen van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken soms nog steeds lastig is.
  • Je kunt uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
  • Je kunt uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl te hebben.
  • Je kunt vertellen wat de gevolgen zijn van een ongezonde leefstijl.

Slide 22 - Slide

Begrippen
Achterstandswijk:               Woonwijk met slechte leefbaarheid en sociale problemen, zoals structurele werkloosheid. Heet ook 
                                             achterstandswijk.
Integratie:                            Mate waarin verschillende groepen mensen actief meedoen aan de samenleving.
Opleidingsniveau:               De hoogste vorm van onderwijs die iemand heeft afgemaakt.
Samenhang:                         De verbondenheid die mensen in een wijk of dorp met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en 
                                             gesprekken. Heet ook sociale cohesie.
Sociale cohesie:                   De verbondenheid die mensen in een wijk of dorp met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en 
                                             gesprekken. Heet ook samenhang.
Sociale onveiligheid:           Sfeer van onveiligheid in een gebied die wordt veroorzaakt door asociaal of crimineel gedrag.
Structurele werkloosheid:    Blijvende werkloosheid doordat een bepaald soort werk verdwijnt.

Slide 23 - Slide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §3.2 in Learnbeat

Slide 24 - Slide