Voorbereiding eindtoets vwo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Voorbereiding eindtoets vwo 2

Over welke paragrafen gaat de toets Nederlands in de toetsweek?

Waarom is het handig om tekstdoelen te herkennen?

Welke tekstdoelen zijn er? Noem ze alle vijf.

Wat is geen kenmerk van een informerende tekst?

1. De tekst bestaat vooral uit feiten.
2. De tekst is objectief.
3. De mening van de schrijver komt niet terug.
4. De tekst is subjectief.

Wat is geen voorbeeld van een informerende tekst?

1. Menukaarten
2. Handleidingen
3. Lesboeken
4. Betoog

Les het fragment. Welk tekstdoel hoort hierbij?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren
4. Beschouwen

Welk tekstdoel hoort er bij 

deze poster van Trump?

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Beschouwen
4. Amuseren

Hoe je een tekst leest, hangt af van...........

Noteer de vijf leestrategieën.

Welke stap hoort er niet bij globaal lezen?

1. Je leest de kopjes.
2. Je leest de eerste en laatste alinea.
3. Je leest alle alinea's
4. Je leest de titel en tussenkopjes.

Wat is geen woordraadstrategie?

1. Doorlezen
2. Woordenboek gebruiken
3. Zoeken naar een synoniem in de context.
4. Zoeken naar een tegenstelling in de context.

Waar vind je vaak een uitwerking van een wetenschappelijk onderzoek?

1. Inleiding
2. Middenstuk
3. Titel
4. Slot

Waar vind je vaak argumenten?

1. Inleiding
2. Middenstuk
3. Titel
4. Slot

Waar vind je vaak een conclusie?

1. Inleiding
2. Middenstuk
3. Titel
4. Slot

Waar vind je vaak een een prikkelende stelling die de lezer aanzet tot denken?

1. Inleiding
2. Middenstuk
3. Titel
4. Slot

Waar helpt het herkennen van de standaardtekststructuur bij?

Welk begrip hoort er bij deze omschrijving?: Het is een woord die ervoor zorgt dat een tekst samenhang krijgt.

1. Samenhangwoorden
2. Verbindingswoorden
3. Verwijswoorden
4. Functiewoorden

Welk begrip hoort er bij deze voorbeelden?: aanleiding, oplossing, argument, definitie, nuancering, verklaring

1. Verbindingswoorden
2. Functiewoorden
3. Verwijswoorden
4. Microstructuur

Welk soort verbinding hoort er bij het verbindingswoord 'oftewel'?

1. Denk aan
2. Voorwaarde
3. Verduidelijking
4. Oftewel

Oorzaak, gevolg, reden

Conclusie

Verduidelijking

aangezien

dit betekent

want

dat wil zeggen

dan ook

daarom

dus

Wat voor soort verwijswoord staat er in de volgende zin?: De leerling is bang dat ze zakt voor het examen.

1. Voornaamwoord als verwijswoord
2. Bijwoord als verwijswoord
3. Er staat geen verwijswoord in de zin.
4. Verwijzing met znw

De leerling is bang dat ze zakt voor het examen. 

Wat voor soort verwijswoord is 'daar' in de zin: 'De toets wordt in een warm lokaal afgenomen, daar baal ik van.'?

1. Voornaamwoord als verwijswoord
2. Bijwoord als verwijswoord
3. Dat is geen verwijswoord.
4. Verwijzing met znw

Wat voor soort verwijswoord staat er in de volgende zin: 'Het ijsje is gisteren gesmolten.'?

1. Voornaamwoord als verwijswoord
2. Bijwoord als verwijswoord
3. Er staat geen verwijswoord in de zin.
4. Verwijzing met znw

Wat is het verschil tussen de hoofdgedachte van een tekst en het onderwerp van een tekst?

Op welke vraag moet je antwoord geven als je de hoofdgedachte zelf wil formuleren?

1. Wat wil de schrijver over het onderwerp zeggen?
2. Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
3. Wat is het standpunt van de schrijver?
4. Wat is de mening van de schrijver?

Hoeveel manieren van samenvatten zijn er?

1. 2
2. 5
3. 3
4. 4

Wat zet je in een samenvatting?

1. Hoofdzaken
2. Voorbeelden
3. Bijzaken
4. Toelichting

Bij welk soort samenvatting hoort de volgende omschrijving?: Een samenvatting die vertelt wat de lezer kan verwachten als hij de originele tekst gaat lezen.

1. Schematische samenvatting
2. Synoptische samenvatting
3. Informatieve samenvatting
4. Indicatieve samenvatting

Bij welk soort samenvatting hoort de volgende omschrijving?: Een samenvatting waarbij je van te voren hebt bepaald welke structuur je in de tekst terugvindt.

1. Schematische samenvatting
2. Synoptische samenvatting
3. Informatieve samenvatting
4. Indicatieve samenvatting

Hoe goed ben jij voorbereid op de toets?

Ik ga de toets nailen!

Ik moet nog heeeeeel hard leren.

Ik moet nog heeeeel hard leren, maar dan komt het ook wel goed.