H1 Elektriciteit_h/v3

Herhaling
herhaling h1.1

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhaling
herhaling h1.1

Slide 1 - Slide

Turbine
Een turbine is een schoepenrad

Drie manieren om een turbine te laten draaien zijn: 
..Stoom onder hoge druk
..Stromend water
..Wind

Slide 2 - Slide

Wat is de functie van de turbine?

Slide 3 - Open question

Elektrische energie vervoer je op hoge spanning, omdat ...
A
het goedkoper is.
B
er weinig energie verloren gaat.
C
elektriciteit sneller stroomt.
D
stroom minder gevaarlijk wordt.

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen gelijkspanning en wisselspanning.

Slide 5 - Open question

Wat geldt bij een ideale transformator?
A
Pp = Ps
B
Up = Us
C
Ip = Is
D
Np = Ns

Slide 6 - Quiz

Up =230V ; Np =1200 ; Ns =300
Bereken Us?

Slide 7 - Open question

Up =24V ; Ip =0,75 A ; Up =6V ; Ip =3A
Laat zien of de transformator een ideale is?

Slide 8 - Open question

omrekenen
1 kW  = 1 x 1000 =          1000 W
1 W  =  1/1000 =    0,001 kW
1 mW = 1/1000  =  0,001 W

1 A       =  1000 mA
1 mA  =   0,001 A
1 kA  =  1000 A

Slide 9 - Slide

Reken om:
1200 W = .... kW
A
1,2 kW
B
0,12 kW
C
12 Kw
D
120 kW

Slide 10 - Quiz

Reken om:
1,5 A = ... mA
A
15 mA
B
150 mA
C
0,0015 mA
D
1500 mA

Slide 11 - Quiz

1,8 kW = ... W
A
18 W
B
180 W
C
1800 W
D
18000 W

Slide 12 - Quiz

Reken om:
12 mW = ... W
A
120 W
B
0,012 W
C
0,12 W
D
12 W

Slide 13 - Quiz

Lesplan
Herhaling H5.2 en H5.3
Proeftoets H5.2 en H5.3
nodig: rekenmachine, spiekbriefje formules
Nabespreken proeftoets

Slide 14 - Slide

Reken om:
1,5 W = ... mW
A
15 mW
B
150 mW
C
0,0015 mW
D
1500 mW

Slide 15 - Quiz

Reken om:
500 mA = ... A
A
5 A
B
0,5 A
C
50 A
D
500 A

Slide 16 - Quiz

In welke schakeling is de stroomsterkte het kleinst. In serie- of parallelschakeling?

Slide 17 - Open question

Hoe groot is de totale weerstand in een serieschakeling als R1=20 Ω, R2=40 Ω is.
A
60 Ω
B
80 Ω
C
10 Ω
D
0,5 Ω

Slide 18 - Quiz


A
Rt1=R11

Slide 19 - Quiz


Slide 20 - Open question

Hoe groot is de totale weerstand in een parallelschakeling als R1=20 Ω, R2=40 Ω is.
A
13,3 Ω
B
15,3 Ω
C
800 Ω
D
20 Ω

Slide 21 - Quiz

parallelschakeling
kenmerken?

Slide 22 - Mind map

naar proeftoets

Slide 23 - Slide

Op het typeplaatje van je laptop staat 20 V en 2,5 A. Bereken het maximale vermogen van je laptop?

Slide 24 - Open question

Bij een bepaalde stand is de stroomsterkte door een elektrische pizzaoven is 7,8 A . Bereken het vermogen. (3 min, T1)

Slide 25 - Open question

Een handmixer heeft een maximaal vermogen van 175 W in de hoogste stand. Bereken de stroomsterkte. (3 min, T1)

Slide 26 - Open question

"batterij"

Slide 27 - Mind map

Wanneer loopt een batterij sneller leeg?
(geef een kort antwoord)

Slide 28 - Open question

Waarom moeten de onderdelen(scherm , wifi ) van je telefoon zuinig zijn met de energie?

Slide 29 - Open question

Capaciteit batterij berekenen
Capaciteit = stroomsterkte x tijd


I in A of mA      t in uren (h)
dan wordt C in Ah of mAh


C=It

Slide 30 - Slide

Bij 10 mA gaat een batterij 150 uur mee. Bereken de capaciteit

Slide 31 - Open question

De capaciteit van de batterij van een zaklamp is 4500 mAh. Bereken hoe lang de batterij meegaat als I = 0,150 A ( tijd 3 min, 2p, T1)

Slide 32 - Open question

C = 2700 mAh I = 0.05 A
Hoe lang gaat batterij mee?

Slide 33 - Open question

afsluiting
Wat : mk  H1.2 opd 11,12,13 
Wanneer:  as vrijdag 18.00 uur
hoe : online
vanmiddag O_nat





Slide 34 - Slide

vermogen en energieverbruik
P = U . I         vermogen       
E = P . t             Energieverbruik

Slide 35 - Slide

Een magnetron van 1800 W staat 50 s. Bereken het energieverbruik in Joule.
formule E = P . t

Slide 36 - Open question

Een tv van 120 W staat in een week 21 uur aan. Bereken energieverbruik in kJ

Slide 37 - Open question

Een wasmachine van 3000 W verbruikt tijdens een wasbeurt 16,2 MJ. Bereken hoelang de wasbeurt duurt in seconde.

Slide 38 - Open question

Hoelang duurt de wasbeurt in uren?

Slide 39 - Open question

Energie meten in kWh
kWh-meter (energiemeter) meet de hoeveelheid elektrische energie die je thuis verbruikt.
E = P . t
P in kW       t in h (uur)      E in kWh
1 kWh = 3 600 000 J = 3,6 MJ


Slide 40 - Slide

Joule als eenheid
vaak in kJ of MJ
Ook als energiewaarde van levensmiddelen; zie fig 4
405 kJ =    .... kcal
1 kcal = 4,2 kJ
405 :  4,2 = 96 kcal







Slide 41 - Slide

opd 6a
opd 6b

Slide 42 - Open question

lesplan
Toets?
Bespreken H1.3
leerdoelen
mk opd 1 t/m 5 online

Slide 43 - Slide

groepen in de keuken
groep 1: 1x stopcontactdozen, koelkast, magnetron, oven
groep 2: elektrisch kookplaat, 1x stopcontactdoos
groep 3: vaarwasser, 1x stopcontactdoos

Per groep: vermogen van alle apparaten bij elkaar optellen.
groep1:                           


Ptot=Po+Pk+Pm+Ps
Pt=U.I

Slide 44 - Slide

Oven 2350 W, waterkoker 800 W, pizzapan 2200 W
zijn tegelijk aangesloten op hetzelfde stopcontact.
a. Bereken de stroomsterkte door de zekering.
b. Leg uit of de zekering stroom uitschakelt.

Slide 45 - Open question

104 groepen. Bereken de maximale stroomsterkte door de hoofdkabel.

Slide 46 - Open question

Bereken de kosten als op een vrijdagavond alle groepen 3,5 uur maximaal belast zijn.

Slide 47 - Open question