Blok 2, les 8 - dirigent en eend

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

lesdoel

Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed schrijven.

Ik kan woorden op d of t, of p of b schrijven

Ik kan woorden met een i die klinkt als /ie/ schrijven

Welke woorden op -b
(web) ken jij?

Waar hoor je een b maar hoor je een p

Ik hoor een p maar schijf een b

gebak

heb

krab

brons

bieb

korfbal

slab

grap

club

schub

1. de krab
2. de krap

1. de rob - de robben
2. de rop - de roppen

1. de schup - de schuppen
2. de schub - de schubben

1. de bioscoop
2. de bioscoob

eb     rib      krab                web   spinnenweb  

club  clubgebouw      tennisclub
       website 

heb       slab     drab    bieb       tob 

                                                     

Langer maken

• Spreek het woord web uit. 
  
• Je hoort een /p/, maar je schrijft een ­b.
  
• Soms kun je het woord langer maken: 
  
• één web,   twee webben.
  
• Hoor je de b bij het langer van maken van het woord? 
  
• Dan schrijf je een b.
  

Welk woord is goed gespeld?

1. de club
2. de clup
3. de klub
4. de klup

i of ie

sp..rpijn

i of ie

d..ploma

i of ie

lamp..on

i of ie

p..loot

Vervoeg het werkwoord worden in de tegenwoordige tijd

voorbeeld

Ik wandel

Hij wandelt

Wij wandelen

Werkwoord: niezen

TT

U ..... de hele tijd.

Werkwoord: proeven

TT

Het meisje ..... de soep.

Werkwoord: blozen

TT

De jongen ...... vaak.

Werkwoord: blozen

TT

Het meisje ...... vaak.

Werkwoord: omhelzen

TT

Hij ...... zijn beste vriend.

Tegenwoordige tijd

SCHUDDEN

ik .........jij	ik vorm	ik schud
jij/hij/zij/het meisje	ik vorm+ t	hij schud t
jullie/ wij	hele ww	wij schudden

Werkwoord: drijven

Ik ....... (TT) op het water.

1. drijft
2. dreef
3. drijf
4. drijv

Werkwoord: blazen

Ik ....... (TT) op het water.

1. blaas
2. blaaz
3. blies
4. bliez

Het bedrijf ..... de schade niet.

TT

1. vergoedt
2. vergoed
3. vergoet

... jij eigenlijk van chocola?

TT

1. houdt
2. houd

... jij niet gek van dat spel?

TT

1. wort
2. word
3. wordt

spelling, blok 2, les 8 , blz. 38

Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed schrijven.

Ik kan woorden op d of t, of p of b schrijven

Ik kan woorden met een i die klinkt als /ie/ schrijven