BS 6.6 aanpassingen bij planten

Bs. 6.6 Aanpassingen bij planten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bs. 6.6 Aanpassingen bij planten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Slide 2 - Slide

Inleiding 


Om een mooie tuin te krijgen, moet je precies weten welke plant veel of weinig water nodig heeft. En welke plant in de schaduw moet staan en welke in het licht. Zo heeft elke plantensoort zijn eigen wensen.

Slide 3 - Slide

Huidmondjes
  • Planten nemen koolstofdioxide op via huidmondjes. 

  • Dat zijn kleine openingen in de opperhuid van de bladeren (Via de huidmondjes geven ze ook zuurstof en water(damp) af. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bladeren in een droge omgeving
In een droge omgeving, bijvoorbeeld een woestijn, kan een plant gemakkelijk uitdrogen. Planten die in een droge omgeving groeien, hebben daarom aanpassingen aan hun bladeren:
een klein oppervlak
• een dik waslaagje (een waterdichte, vetachtige stof)
• weinig huidmondjes, die vaak dieper in het blad liggen 
• beharing

Slide 6 - Slide

Aanpassingen tegen te sterke verdamping
(Droge omgeving)

Slide 7 - Slide

Een vetplant slaat water op in de bladeren.
Een cactus slaat water op in de stengel.

Slide 8 - Slide

Lupine heeft behaarde bladeren.

Slide 9 - Slide

Bladeren in een vochtige omgeving
 Planten die in een vochtige omgeving leven, hebben aanpassingen:
  • Grote, dunne bladeren
  • Een dunne waslaag
  • Veel huidmondjes, dicht aan de oppervlakte
Een voorbeeld van een vochtige omgeving is het tropisch regenwoud

Slide 10 - Slide

 Planten in het regenwoud met grote bladeren

Slide 11 - Slide

Bomen in de winter
In de winter is het water in de grond bevroren of regent het lange tijd niet. 
De bomen kunnen dan minder water opnemen. 
Daarom laten loofbomen in de herfst hun bladeren vallen. .

Slide 12 - Slide

Bomen in de winter
Naaldbomen hebben naaldvormige bladeren met een dikke waslaag
Daaruit verdampt weinig water. Zij verliezen hun bladeren in de winter niet.

Slide 13 - Slide

Waterplanten 
Planten die met de wortels in de modder groeien, hebben luchtkanalen in hun stengels. Daardoor kan de zuurstof naar de wortels gaan.

Slide 14 - Slide

Bladeren van waterlelies drijven op het water
Luchtkanalen 

Slide 15 - Slide

WATERPEST Geen huidmondje.
alles met de blad opgenomen 

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Bs. 6.6 Aanpassingen bij planten
maak opdracht 1 ,2,4,5,7

Slide 17 - Slide