2.3

Hoofdstuk 2
2.1: Heb jij inkomsten ?
2.2: Waar blijft je geld?
2.3: Kun je leren  budgetteren?
2.4: Wordt alles duurder?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
2.1: Heb jij inkomsten ?
2.2: Waar blijft je geld?
2.3: Kun je leren  budgetteren?
2.4: Wordt alles duurder?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 2.3
  • Uitleggen wat budgetteren is
  • Vertellen waarom het slim is om geld te reserveren
  • Uitrekenen hoe je de kilometerprijs van een scooter kunt berekenen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

NIBUD
Nibud = Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting


Taken
  1. Onderzoek naar inkomsten en uitgaven van mensen     
  2. Advies geven over omgaan met geld 
  3. Advies over het maken van een overzicht van inkomsten en uitgaven. 

Slide 4 - Slide

Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Slide 5 - Slide

Reserveren
Betekenis
  • Geld opzijzetten (sparen) om hier later grote of onverwachte uitgaven mee te betalen.   
  • Je reserveert vooral voor incidentele* uitgaven (vakantie, aanschaf duur apparaat).   
  • *incidenteel: af en toe
Formule
bedrag dat je nodig hebt : aantal maanden = reservering per maand
Voorbeeld
Sophie wil over twee jaar een scooter van € 1.800 kopen.  

Hoeveel moet ze per maand reserveren? 

€ 1.800 : 24 = € 75 per maand reververen.

Slide 6 - Slide

Kilometer prijs 
Benzineprijs per kilometer= benzineprijs per liter : verbruik per liter 
Met 1 liter benzine kan je 20 kilometer rijden (1 op 20). Een liter benzine kost 1,60 euro. Hoeveel zijn je benzinekosten per kilometer? 

1,60:20=0,08 euro 

Slide 7 - Slide

Opdracht 20 en 21
Probeer in tweetallen vraag 20 en 21 op blz 51 te maken. 

Slide 8 - Slide

Opdracht 20
a. €1.69 : 25 = €0,0676 (€0,07)


Slide 9 - Slide

Opdracht 20
a. €1.69 : 25 = €0,0676 (€0,07)

b. 350 x €0,07 = €24,50

Slide 10 - Slide

Opdracht 21
  • 240 kilometer gereden. 
  • verbruik is 1:20
  • literprijs is €1,76
€ 1,76 : 20 = €0,088 per kilometer. 
€0,088 x 240 = €21,12

Slide 11 - Slide