les 2 :onregelmatige werkwoorden A2

Onregelmatige werkwoorden A2-B1
Grammatica
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Onregelmatige werkwoorden A2-B1
Grammatica

Slide 1 - Slide

Onregelmatige werkwoorden A2-B1
voorbeeld
werkwoord                                              doen

verleden tijd enkelvoud                         deed

verleden tijd meervoud                          deden

voltooide tijd                                            hebben gedaan

Slide 2 - Slide

Deze onregelmatige werkwoorden ken je al:
aanbieden                                                       beginnen
aankomen                                                       begrijpen
aantrekken                                                      beschrijven
aanvragen                                                       besluiten
aanwijzen                                                        bespreken
afspreken                                                        bestaan
bakken                                                             bevallen
bedenken

Slide 3 - Slide

dc

bewegen
bewoog
bewogen
hebben bewogen
ff

bezoeken
bezocht
bezochten
hebben bezocht
onregelmatige werkwoorden

Slide 4 - Slide

dc

bieden
bood
boden
hebben geboden
ff

bijten
beet
beten
hebben gebeten
onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Slide

Ik ... vroeger veel, maar door de operatie aan mijn knie gaat dat nu moeilijk
A
bewogen
B
heb bewogen
C
bewoog
D
heeft bewogen

Slide 6 - Quiz

Vorige week hebben wij het museum ...
A
bezocht
B
hebben bezocht
C
bezicht
D
bezoekt

Slide 7 - Quiz

Helaas heeft iemand anders meer ... waardoor ik het huis niet kreeg
A
hebben geboden
B
gebied
C
heeft gebied
D
geboden

Slide 8 - Quiz

Au! Ik ... op mijn tong!
A
beet
B
bijten
C
beten
D
beeten

Slide 9 - Quiz

dc

binnenkomen
kwam binnen
kwamen binnen
zijn binnen gekomen
ff

blijven
bleef
bleven
zijn gebleven
onregelmatige werkwoorden

Slide 10 - Slide

dc

breken
brak
braken
hebben/zijn gebroken
ff

brengen
bracht
brachten
hebben gebracht
onregelmatige werkwoorden t/m eruitzien

Slide 11 - Slide

Toen de man ..., kwam mijn hond hem gelijk begroeten
A
kwam binnen
B
binnen kwam
C
is binnen gekomen
D
was binnen gekomen

Slide 12 - Quiz

Mijn man wilde vorige maand niet naar het festival. Hij ... liever thuis.
A
bleef
B
is gebleven
C
blijft
D
is blijven

Slide 13 - Quiz

Ik denk dat ik mijn been ...!
A
brak
B
breken
C
hebt gebrak
D
heb gebroken

Slide 14 - Quiz

Mijn ouders ... mij vroeger altijd naar school
A
brengen
B
brachten
C
brengden
D
brachtte

Slide 15 - Quiz

dc

denken
dacht
dachten
hebben gedacht
ff

doen
deed
deden
hebben gedaan
onregelmatige werkwoorden

Slide 16 - Slide

dc

doorgaan
ging door
gingen door
zijn doorgegaan
onregelmatige werkwoorden

Slide 17 - Slide

Wat ... je toen hij dat vertelde?
A
heb gedacht
B
denkte
C
dacht
D
gedacht

Slide 18 - Quiz

Heb je de was al ...?
A
gedaan
B
gedeed
C
deed
D
gedoen

Slide 19 - Quiz

Hoewel ze veel pijn had aan haar voet, is ze toch ...
A
ging door
B
doorgaan
C
doorgegaan
D
ging doorgegaan

Slide 20 - Quiz

dc

doorgeven
gaf door
gaven door
hebben doorgegeven
ff

dragen
droeg
droegen
hebben gedragen
onregelmatige werkwoorden t/m eruitzien

Slide 21 - Slide

dc

drinken
dronk
dronken
hebben gedronken
ff

eruitzien
zag eruit
zagen eruit
-
onregelmatige werkwoorden t/m eruitzien

Slide 22 - Slide

Wij hebben onze wensen ... aan de makelaar
A
doorgegeven
B
doorgegaaft
C
doorgegaven
D
doorgegeeft

Slide 23 - Quiz

Vroeger ... vrouwen geen spijkerbroeken, maar hele mooie jurken!
A
draagde
B
droegen
C
hebben
D
droegde

Slide 24 - Quiz

Ik heb gelukkig niet veel ..., dus ik mag nog rijden
A
gedrinkt
B
gedronken
C
dronk
D
drinken

Slide 25 - Quiz

Iedereen ... mooi ... op de bruiloft
A
zag er ... uit
B
zagen er ... uit
C
zag ... eruit
D
zagen ... eruit

Slide 26 - Quiz

bewegen

Slide 27 - Open question

bezoeken

Slide 28 - Open question

bieden

Slide 29 - Open question

bijten

Slide 30 - Open question

binnenkomen

Slide 31 - Open question

blijven

Slide 32 - Open question

breken

Slide 33 - Open question

brengen

Slide 34 - Open question

denken

Slide 35 - Open question

doen

Slide 36 - Open question

doorgaan

Slide 37 - Open question

doorgeven

Slide 38 - Open question

dragen

Slide 39 - Open question

drinken

Slide 40 - Open question

eruitzien

Slide 41 - Open question

Ik ken de onregelmatige
werkwoorden
van les 2.
0100

Slide 42 - Poll