logistiek en kwaliteit h1 1.3 en 1.4

logistiek en kwaliteit h1 1.3 en 1.4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FilosofieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

logistiek en kwaliteit h1 1.3 en 1.4

Slide 1 - Slide

wat weet je al van het klantenorderontkoppelpunt?

Slide 2 - Open question

vandaag
  • uitleg 1.3 en 1.4
  • maken opgaven 1.3 en 1.4 

Slide 3 - Slide

1.3 klantenorderontkoppelpunt
  • afkorting KOOP
  • het punt waarop de besturing van de goederenstroom verandert van push naar pull.
  • voor het KOOP= niet-klantspecifiek
  • na het KOOP= klant specifiek

Slide 4 - Slide

https://simonemusters.weebly.com/uploads/6/1/1/4/61149883/koop_orig.png

Slide 5 - Slide

koop 1: produceren en distribueren naar lokale voorraad
  •  100% voorraadgestuurd productieproces.
  • voorraad gaat naar een magazijn die dicht bij de afnemers ligt.
  • standaardproducten met een korte levertijd.

Slide 6 - Slide

Koop 2: produceren voor centralevoorraad
  •  voorraadgestuurd productieproces (push).
  • voorraad op een centrale plek.
  • producten worden geleverd op het moment dat de order binnen is.
  • duurzame verbruiksgoederen.

Slide 7 - Slide

koop 3: assembleren op order
  •  fabrikant houdt onderdelen en halffabrikaten op voorraad (push).
  • definitieve productie vindt plaats nadat de order binnen is.
  • de assemblage is klantenordergestuurd (pull).
  • denk aan auto's.

Slide 8 - Slide

Koop 4: produceren op order
  • materialen en onderdelen liggen op voorraad.
  • producten worden gemaakt na bestelling (pull).
  • klant heeft veel invloed op het productieproces.
  • denk aan maatwerkmeubels en vliegtuigen.

Slide 9 - Slide

Koop 5: inkopen en produceren op order
  •  fabrikant houdt geen voorraad aan.
  • inkoop en productie op basis van klantenorders, maatwerk.
  • volledig klantordergsetuurd (pull).

Slide 10 - Slide

1.4 
trends waarmee de logistiek te maken heeft:
  • globalisering
  • e-commerce en e-logistics
  • automatisering
  • robotisering
  • aandacht voor milieu en klimaat

Slide 11 - Slide

globalisering van productie
de logistieke keten wordt steeds internationaler met als gevolg:
  •  meer internationaal transport en schaalvergroting in het transport.
  • de logistieke keten wordt langer en gecompliceerder.
  • de kans op verstoring in deze ketens wordt hierdoor groter.

Slide 12 - Slide

automatisering en digitalisering
  • door automatisering wordt er efficiënter gewerkt en zijn gegevens snel beschikbaar -> kpi's worden makkelijker gemeten.

  • automatisering in de logistiek: wms, erp, tms, edi

Slide 13 - Slide

Warehouse Management Systeem (wms)
  •  geautomatiseerd systeem dat alle logistieke activiteiten in een distributiecentrum of magazijn aanstuurt.
  • het wms geeft ook info over: voorraden, orderdoorlooptijd, productiviteit en andere kpi's in een magazijn.

Slide 14 - Slide

Enterprising Resource Planning (ERP)
  • een wms is vaak onderdeel van een erp-systeem.
  • een erp-systeem verbindt en beheert alle bedrijfsprocessen in  een organisatie.

Slide 15 - Slide

Transport Management Systeem (TMS)
  •  een tms stuurt de externe goederenstroom aan 
  • tms plant ritten en koppelt hier een vervoersmiddel en chauffeur aan. ook wordt de zending bijgehouden met een track en trace. 
  • het TMS geeft ook info over de productiviteit van het vervoer, de beladingsgraad en de leverbetrouwbaarheid

Slide 16 - Slide

Electronic Data Interchange (EDI)
  •  informatiewisseling met klanten en leveranciers.
  • denk aan een order, vrachtbrief en pakbon, deze worden steeds vaker digitaal verstuurd.

Slide 17 - Slide

robotisering
  •  een collabrotieve robot werkt samen met medewerkers en neemt taken van ze over.
  • vaak een keuze ivm gebrek aan arbeidskrachten, stijgende loonkosten etc.
  • denk aan: automatisch geleide voortuigen agv's, robots voor orderpicken, automatische opslagsystemen (autostore-system) en miniload.

Slide 18 - Slide

E-commerce en e-logistics
  • producten worden vaker online gekocht, deze kunnen rechtstreeks uit een e-fulfilmentdistributiecentrum (e-DC) geleverd worden.
  • Een E-dc levert direct aan consumenten, het magazijn en de processen moeten hierop ingericht zijn.
  • denk aan boodschappen die binnen een paar uur geleverd moeten worden.
  • traditionele supplychainconcepten en ondersteunende it-tools werken niet aangezien een e-DC geen regulier dc of winkel is.

Slide 19 - Slide

klimaat en milieu 
veel ontwikkelingen om de logistieke impact op het milieu te verminderen:
  •  duurzame, BREEAM-gecertificeerde magazijnen.
  • verzendverpakkingen worden beter afgestemd op het volume van het product.
  • verduurzaming stedelijke distributie, bijvoorbeeld per bakfiets.
  • stadsdistributiecentra aan de rand van steden.
  • elektrische vrachtauto's.
  • verminderen van afvalstromen door recycling.
  • synchromodaliteit.

Slide 20 - Slide

Synchromodaliteit
  • niet voor een wijze van vervoer (modaliteit) kiezen.
  • bij elke zending de meest geschikte modaliteit kiezen.

Slide 21 - Slide