H1.1 Stofeigenschappen les 1

Scheikunde
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Scheikunde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wie zijn we?
  • Naam: 
  • Leeftijd:
  • Woonplaats: 

  • Wie ben jij?



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning 
  • Lesdoelen
  • Wat is scheikunde?
  • Stofeigenschappen
  • Stofconstanten
  • Eenheden en grootheden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik kan benoemen wat scheikunde ofwel chemie is en wat je ermee kunt doen.             
  • Ik kan benoemen wat stoffen zijn en ken minimaal 8 stofeigenschappen.              

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is scheikunde/ chemie?
  • Het mengen, scheiden en maken van stoffen.
  • Onomkeerbare processen, blijvend.
  • Scheikunde is overal.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stofeigenschappen
  • Kenmerken die bij de stof horen. 
  • Aan deze kenmerken kun je een stof herkennen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

stofeigenschappen

1 Kleur
2 Geur
3 Smaak
4 Giftigheid
5 Brandbaarheid
6 Corrosiebestendigheid
7 Afbreekbaarheid

8 Oplosbaarheid in water
9 Geleidingsvermogen elektrische stroom
10 Geleidingsvermogen voor warmte
11 Kookpunt
12 Smeltpunt
13 Dichtheid
14 Hardheid

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

stofconstanten 
  • Sommige stofeigenschappen hebben een cijfer. 
  • Bijvoorbeeld: het kookpunt van water is 100°C en het smeltpunt is 0°C
  • Deze cijfers zijn altijd hetzelfde, constant.

  • Een belangrijke stofconstante is de dichtheid

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen stofconstante?
A
geur
B
kleur
C
smaak
D
dichtheid

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

stofconstanten dichtheid
dichtheid=volumemassa
dichtheid=m3kg

Slide 10 - Slide

De dichtheid is een stofconstante dat zegt:

Als je 1 kubieke meter van een stof hebt, dan is dat zoveel kilogram.

kg = kilogram
m^3 = kubieke meter
/ = per
Kg/m^3 = kilogram per kubieke meter.

1 kubieke meter = 1000:
Eenheden en grootheden
  • Dingen die je kunt meten, noem je grootheden.
  • afstand, massa, volume

  • De maat die je gebruikt, noem je de eenheid. 
  • meter (m), kilogram (kg), liter (l) 
  • Een grootheid kan meerdere eenheden hebben.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Sleep de juiste eenheid bij de juiste grootheid.
Massa
Volume
Afstand
meter
(m)
liter
(L)
kilogram(kg)

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Belangrijk !!!
Je zorgt dat je altijd bij hebt:

  • Je scheikundeboek
  • Je Binas
  • Je etui
  • Een schrift 
  • Rekenmachine (niet op telefoon/ Laptop)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

opdrachten
 
Opdrachten: 1.1 t/m 1.9



Slide 14 - Slide

This item has no instructions