Communicatie les 3: identiteit

Communicatie les 3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Communicatie les 3

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les kun je:
  • uitleggen wat persoonlijke, sociale en groepsindentiteit zijn
  •  het verschil tussen aangeboren en aageleerde identiteit benoemen
  • reflectie op eigen identiteit omschrijven

Slide 2 - Slide

Identiteit
Het bestaat uit:
  • Afkomst
  • Uiterlijk
  • Beroep / wat je doet
  • Interesses & hobby’s
  • Karakter
De combinatie van deze kenmerken maakt jou uniek. Iedereen heeft een eigen, persoonlijke identiteit.

Slide 3 - Slide

Wat is geen onderdeel van je identiteit?
A
Je normen en waarden
B
Je persoonlijke ervaringen
C
De lengte van je haren
D
De groepen waar je bij hoort

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Hoe zou je de Nederlandse identiteit omschrijven?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Denk je nu anders over de Nederlandse identiteit?

Slide 8 - Open question

Je identiteit onderverdelen
  • Je persoonlijke identiteit
  • Je sociale identiteit 
  • Groepsidentiteit. 

Slide 9 - Slide

Persoonlijke identiteit
  • Alles wat jou uniek maakt als persoon
  • Karakter en persoonlijkheid
  • Uiterlijk en afkomst
  • Hobby’s, interesses, dromen en doelen

Slide 10 - Slide

Voorbeelden persoonlijke identiteit
  • Ik ben rustig / sociaal / direct / zorgzaam
  • Ik houd van gamen / sporten / koken / muziek
  • Ik denk veel na of ben juist impulsief
  • Ik heb bepaalde dromen voor de 

Slide 11 - Slide

Sociale identiteit
  • Gaat over de groepen waar jij bij hoort
  • Je rol binnen die groepen
  • In elke groep laat je een ander stukje van jezelf zien
  • Je sociale identiteit groeit met je mee

Slide 12 - Slide

Voorbeelden rollen
  • Thuis: dochter, zoon, zus, broer
  • Op school: student, klasgenoot
  • Op werk: medewerker, collega
  • In een vriendengroep: grappenmaker, luisteraar, leider, stille kracht

Slide 13 - Slide

Groepsidentiteit
  • De regels, gewoontes en waarden van een groep
  • Wat jullie bindt en onderscheidt van andere groepen
  • Door je aan de regels te houden laat je zien: hier hoor ik bij

Slide 14 - Slide

Wat is 'aangeboren identiteit'? En 'aangeleerde identiteit'?

Slide 15 - Open question

Aangeboren identiteit
  • Dingen waarmee je geboren wordt
  • Bijvoorbeeld: oogkleur, bepaalde karaktertrekken
  • Deze vormen de basis wie jij bent
Nature

Slide 16 - Slide

Aangeleerde identiteit
  • Dingen die je later leert
  • Taal, gewoontes, gedrag, kledingstijl
  • Normen en waarden vanuit je gezin, cultuur, vriendegroep
Nurture

Slide 17 - Slide

Aangeboren identieit=
A
Nature
B
Nurture

Slide 18 - Quiz

Aangeleerde identieit=
A
Nature
B
Nurture

Slide 19 - Quiz

Identiteit & communicatie
  • Wie jij bent beïnvloedt hoe jij communiceert
  • Met vrienden praat je vaak anders dan met docenten of collega’s
  • Je past je taal, toon en houding aan de groep aan

Slide 20 - Slide

Verdieping deelopdracht 3
  • Wat is het verschil tussen aangeboren en aangeleerde identiteit?
  • Noem iets dat bij jou identiteit hoort en dat is aangeboren
  • Noem iets dat bij jou identiteit hoort en dat is aangeleerd 
  • Bij welke sociale groepen hoor jij en wat is jou rol hierin?

Slide 21 - Slide

Checking 
Hoe was het om stil te staan bij je eigen identiteit? Je kende jezelf natuurlijk al, maar heb je wel eens op deze manier naar jezelf gekeken? Wat zijn voor jou de belangrijkste factoren waar jij je identiteit aan ontleent?

Slide 22 - Slide