2122 5H H9.2 - lesdoel reactiewarmte deel 1

leerdoelen

  • Je leert wat vormingswarmte is. 

  • Je leert hoe je de reactiewarmte van een chemische reactie kunt berekenen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

leerdoelen

  • Je leert wat vormingswarmte is. 

  • Je leert hoe je de reactiewarmte van een chemische reactie kunt berekenen.

Slide 1 - Slide

Hoe heet de energie die opgeslagen zit in stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie

Slide 2 - Quiz

Maak de volgende zin af: Bij de verbanding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte ontrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte ontrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.

Slide 3 - Quiz

sleep de woorden naar de juiste plek
niet alle woorden worden gebruikt
beginstoffen
reactieproducten
Eact
geactiveerde toestand
E vrijgekomen 
E toegevoerd
niet-ontleedbare stoffen

Slide 4 - Drag question

Bij een exotherme reactie komt er energie vrij. 
De eindproducten bevatten minder energie dan beginproducten.
Het netto energie-verschil is negatief.


Slide 5 - Slide

Bij een  endotherme reactie moet continu energie worden toegevoegd. 
De eindproducten bevatten meer energie dan de beginproducten.
Het netto energie verschil is positief.

Slide 6 - Slide

Vormingswarmte
Energie die nodig is om één mol van die stof te vormen
- Binas tabel 57 
- in 105 joule per mol stof
- negatief betekent energie komt vrij 

let op!
- Elementen (zoals O2 of C) vormingswarmte = 0
- sommige stoffen komen vaker voor (verschillende fase)

Slide 7 - Slide

Wat is de vormingsenergie van waterstof?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10^5 J per mol
C
-2,86 x 10^5 J per mol
D
-1,88 x 10^5 J per mol

Slide 8 - Quiz

Wat is de vormingsenergie van waterdamp?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10^5 J per mol
C
-2,86 x 10^5 J per mol
D
-1,88 x 10^5 J per mol

Slide 9 - Quiz

Reactiewarmte
Voor elke reactie is energie nodig of komt energie vrij
Die hoeveelheid energie kun je berekenen = reactiewarmte

Deze bereken je met:

Reactiewarmte = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

TIP: houd hierbij rekening met de molverhoudingen uit de gegeven reactievergelijking!

Slide 10 - Slide

Voorbeeld(zie binas tabel 57)
De vorming van lachgas uit de elementen stikstof en zuurstof:
  2 N2 (s) +  O2 (g) → 2 N2O(g)  
vormingswarmte reactieproducten: 
2 mol N2O = + 0,816x 105 (J/mol) * 2 = 1,632 x 105 J
vormingswarmte beginstoffen = 0 (want elementen)
reactiewarmte = eind- begin = 1,632 - 0 = 1,632 x 105 J


 

Slide 11 - Slide

vormingswarmte per mol
Soms moet je de vormingswarmte per mol stof berekenen.
dan moet je dus nog delen door het aantal mol stof.

voorbeeld:
We hebben net de vormingswarmte van deze reactie berekend:
2 N2 (s) +  O2 (g) → 2 N2O(g)  = 1,632 x 105J per 2 mol vrijgekomen N2O
Dat is per mol N2O = (1,632:2) = 0,816*105J per 1 mol vrijgekomen N2O

Slide 12 - Slide

geef de reactiewarmte van deze reactie:

Slide 13 - Open question

uitwerking

Reactieproducten =  CH4     = -0,75 x 105  (binas 57B)
                                            2 H2O = (gas, binas 57A) = -2,42x 105 * 2 = -4, 84 x 105
Beginstoffen  =            4 H2 = element = 0 * 4 = 0
                                            CO2 = - 3,935 x 105
totaal = eind - begin = (-0,75  + - 4,84) - (0 + -3,935) = -1,655*105 joule


Slide 14 - Slide

Afronding
Heb je nog een vraag? Is iets niet duidelijk?

Slide 15 - Open question