EC V3 Latijn - coniunctivus praesens

Disco hfst 45
uitleg coniunctivus
1 / 26
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Disco hfst 45
uitleg coniunctivus

Slide 1 - Slide

Programma
doelen
opzet en werkwijze
uitleg
oefenen
afronden

Slide 2 - Slide

Doelen
  • je weet wat een coniunctivus is
  • je weet waaraan je een coniunctivusvorm herkent
  • je kunt een werkwoordsvorm benoemen
  • je kent de eerste vertaalregels voor de coniunctivus

Slide 3 - Slide

Opzet en werkwijze
In deze les:
- samen: korte uitleg over coniuncitvus
- samen: korte oefeningen

Na deze les: 
- individueel: oefeningen in oefenboek maken

Slide 4 - Slide

Het begrip 'coniunctivus'
Indicativus: aantonende wijs
Imperativus: gebiedende wijs
Coniunctivus: aanvoegende wijs

Check pagina 51 leerboek!

Slide 5 - Slide

Coniunctivus in het Nederlands
Wat kennen we al?
indicativus: hij praat
imperativus: praat!

What's new?
coniunctivus: hij prate
(= ik hoop dat hij praat, laat hij toch praten, hij zal vast wel praten)

Slide 6 - Slide

Coniunctivus in het Nederlands
Komt in het NL weinig voor.
- "Leve de koning"
- "Moge je nog vele jaren oud worden"

We gebruiken wat kenmerkende woordjes voor het Latijn:
voorbeeld: Laten we op reis gaan / Moge de goden met ons zijn

Slide 7 - Slide

Hoe herken je een coniunctivus in het Latijn?

Slide 8 - Slide

Coniunctivus praesens
a-stam   -->  A wordt E                                        vocat > vocet

e/i/mk-stam  --> er komt een A bij                delet > deleat
                                                                                       audit > audiat
                                                                                       mittit > mittat

onregelmatige werkwoorden                          sum > sim (zie p42 LB)

Slide 9 - Slide

Coniunctivus praesens
Je moet dus goed gaan weten van welke stam een werkwoord is.

Laten we dat eens oefenen...

Slide 10 - Slide

A-stam
E-stam
I-stam
MK-stam
Superavisti
Pellietur
Extraxeramus
Do
Gaudebam
Impeditus
Redigit
Videor

Slide 11 - Drag question

Coniunctivus praesens
Je moet dus goed gaan weten van welke stam een werkwoord is.

Nu we dat weten, kunnen we makkelijker het rijtje bekijken.
Zie pagina 41 en 42 leerboek!

Slide 12 - Slide

dubitent
A
komt van een A-ww, dus indicativus
B
komt van een A-ww, dus coniunctivus
C
komt van een E-ww, dus indicativus
D
komt van een E-ww, dus coniunctivus

Slide 13 - Quiz

Ridearis
A
komt van een A-ww, dus indicativus
B
komt van een A-ww, dus coniunctivus
C
komt van een E-ww, dus indicativus
D
komt van een E-ww, dus coniunctivus

Slide 14 - Quiz

coniunctivus
indicativus
fallas
falleris
falleres
falles
fallis
fallereris
fallaris

Slide 15 - Drag question

Nu herkennen we hem, maar...
Hoe vertaal je een coniunctivus nu?

Slide 16 - Slide

Coni. vertalen in hoofdzinnen
IND: Aliquid discimus = wij leren iets.
CONI: Aliquid discamus = ...

  1. TWIJFEL (in vraagzin): Aliquid discamus? = Moeten we iets leren?
  2. VERBOD (in 'bevel' zin met ne): Ne discas! = Jij moet niet leren.
  3. WENSUtinam discamus aliquid. = Mogen we iets leren.
  4. AANSPORING (in 'bevel' zin): Discamus aliquid! = Laten we iets leren!
  5. MOGELIJKHEID (in 'gewone' zin): Discamus aliquid. = We zouden iets kunnen leren.

Slide 17 - Slide

Wanneer gebruik je welke vertaling?
Dat ligt aan de context. Kies dus de optie die het beste past als het geen vraag (twijfel) of een zin met 'ne' (verbod) is.

Slide 18 - Slide

Ken je de coni. al (een heel klein beetje) quiz?

Slide 19 - Slide

curetur is een coniuctivus
A
ja, van het praesens
B
ja, van de imperativus
C
nee, het is een indicativus
D
nee, het is passief

Slide 20 - Quiz

convenitis is een coniuctivus
A
ja, van het praesens
B
ja, van het imperfectum
C
nee, het is een indicativus
D
nee, het is gebiedende wijs

Slide 21 - Quiz

coniunctivus
indicativus
geen van beide
dicas
vocas
ducamus
sunt
dicet
possit
intretis
esse

Slide 22 - Drag question

TIPS:
Herkennen van de coniunctivus praesens:
Staat er een -a- voor de persoonsuitgang?

- Ja: dan is het een indicativus van de a-stam of coniunctivus van de andere stam. (bepaal dus welke stam het is)
- Nee: dan is het een coniunctivus van de a-stam

Slide 23 - Slide

Vertalen van de coniunctivus praesens:
1. Is het een vraag?
- Ja: vertaal dan met 'moeten' (twijfel)
- Nee: Kijk dan of er een ontkenning met 'ne' instaat.

2. Staat 'ne' in de zin?
- Ja: vertaal met 'niet moeten' (verbod)
- Nee: Vertaal dan met 'moge' (wens) / 'laten' (aansporing) / 'zou kunnen' (mogelijkheid)


Slide 24 - Slide

Doelen
  • je weet wat een coniunctivus is
  • je weet waaraan je een coniunctivusvorm herkent
  • je kunt een werkwoordsvorm benoemen
  • je kent de eerste vertaalregels voor de coniunctivus

Slide 25 - Slide

Huiswerk
- Neem grammatica door in LB p.40-41-42
- Maak oprachten 1-2-3-4 OB p.48-49
- Lees TB p.121-122

Slide 26 - Slide