Les 14

A1-A2 in bibliotheek Lisse

Huiswerk voor vandaag

Grammatica: 3.11 de zin met ‘als’, ‘omdat’: Ik ga naar bed, als ik moe ben. Ik eet niks, omdat ik geen honger heb.
Thema 14- taak 2- 1 t/m 6

1 / 11

Slide 1: Slide

NT2Beroepsopleiding

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Lesson duration is: 160 min

Items in this lesson

A1-A2 in bibliotheek Lisse

Huiswerk voor vandaag

Grammatica: 3.11 de zin met ‘als’, ‘omdat’: Ik ga naar bed, als ik moe ben. Ik eet niks, omdat ik geen honger heb.
Thema 14- taak 2- 1 t/m 6

Slide 1 - Slide

Programma

Het nieuws

Woorden thema 14 - taak 2
Grammatica:

--> 3.11 de zin met ‘als’, ‘omdat’: Ik ga naar bed, als ik moe ben. Ik eet niks, omdat ik geen honger heb.

-->2.19 het werkwoord: ik luisterde

--> 2.20 het werkwoord: ik werkte

Thema 14 - taak 2

Slide 2 - Slide

Het nieuws in makkelijke taal

Spullen repareren is populair

Dierenartsen worden duurder

Slide 3 - Slide

Woorden thema 14- taak 2- woorden

Ken je alle woorden? Welke woorden zijn moeilijk?

Verzin een verhaal met de vijf woorden die je pakt!

Slide 4 - Slide

Thema 14- taak 2

We lezen samen de tekstjes op bladzijde 238: ''Samenwonen, trouwen en scheiden. Hoe gaat dat in Nederland?'.

Slide 5 - Slide

3.11 de zin met ‘als’, ‘omdat’: Ik ga naar bed, als ik moe ben. Ik eet niks, omdat ik geen honger heb.

Ik ga naar bed, als ik moe ben.
We gaan naar het strand, als het mooi weer is.
Hij wil een auto kopen, als hij genoeg geld heeft.

Waar staat het werkwoord in de bijzin?

Slide 6 - Slide

3.11 de zin met ‘als’, ‘omdat’: Ik ga naar bed, als ik moe ben. Ik eet niks, omdat ik geen honger heb.

Ik ga naar bed, als ik moe ben.
We gaan naar het strand, als het mooi weer is.
Hij wil een auto kopen, als hij genoeg geld heeft.

Slide 7 - Slide

Grammatica: 2.19 het werkwoord: ik luisterde

2.20 het werkwoord: ik werkte

Mensen trouwen meestal voor hun 25ste.
Mensen trouwden meestal voor hun 25ste.

De vrouw woont in Amsterdam.
De vrouw woonde in Amsterdam.

We koken elke dag.
We kookten elke dag.

Slide 8 - Slide

Grammatica: 2.19 het werkwoord: ik luisterde

2.20 het werkwoord: ik werkte

Mensen trouwen meestal voor hun 25ste.
Mensen trouwden meestal voor hun 25ste.

De vrouw woont in Amsterdam.
De vrouw woonde in Amsterdam.

We koken elke dag.
We kookten elke dag.

De man werkt in een winkel.

De man werkte in een winkel.

Slide 9 - Slide

Thema 14- taak 2

Slide 10 - Slide

Grammatica: 2.19 het werkwoord: ik luisterde

2.20 het werkwoord: ik werkte

Mensen trouwen meestal voor hun 25ste.
Mensen trouwden meestal voor hun 25ste.

De vrouw woont in Amsterdam.
De vrouw woonde in Amsterdam.

We koken elke dag.
We kookten elke dag.

De man werkt in een winkel.

De man werkte in een winkel.

Slide 11 - Slide