Bevolkingsontwikkeling les 3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

• Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
• Pak je schrift, opdrachtenboekje en basisboek alvast uit je tas.
• Stop je telefoon in de telefoontas of je eigen tas

Welkom!

Bevolkingsontwikkeling B114, 115 & 116

Wat gaan we vandaag doen

• Welkom
• Lesdoelen
• Opdrachten bespreken
  


• Uitleg theorie 114, 115 & 116
• Opdrachten maken



• Afsluiten
  

Lesdoelen

Je kunt de blauwe begrippen in eigen woorden uitleggen.

Je kunt uitleggen waarom in 2006 sprake is van ontgroening.  

Je kunt uitleggen waarom in 2006 sprake is van vergrijzing.

Je kunt verklaren waarom er in ontwikkelde landen in de toekomst sprake kan zijn van vergrijzing en ontgroening.

Je kunt uitleggen wat de gevolgen van vergrijzing in Nederland zijn.

Je kunt uitleggen wat de gevolgen van vergrijzing in Japan zijn, de situatie van Japan vergelijken met die van Nederland en beschrijven hoe Nederland kan leren van Japan.

Je kunt uitleggen wat het begrip demografische druk betekent. Je verwerkt in je uitleg de woorden jongeren, productieven en ouderen.

Lesdoelen

Je kunt uitleggen wat een demografische druk van 60 betekent, een groene druk van 30 betekent en een grijze druk van 35 betekent.

Je kunt de demografisch druk van Nederland uitrekenen.

Je kunt regionale verschillen in Nederland in grijze druk beschrijven en verklaren.

Je kunt uitleggen wat het begrip levensverwachting betekent.

Je kunt verklaren hoe het komt dat de leeftijdsverwachting van de mens steeds hoger wordt.

Je kunt uitleggen hoe het komt dat er twee knikken in figuur 7.12 te zien zijn.

In figuur 7.12 is te zien dat vrouwen een hogere leeftijdsverwachting hebben dan mannen. Dit verschil neemt in de toekomst af. Onderzoek wat de redenen hiervoor zijn.

Opdrachten

Opdracht 1: Bevolkingsopbouw Nederland
A. Bekijk de figuren in bron 1. Welke vorm heeft de bevolkingsdiagram van 1950?
En die van 2025?
B. Leg uit waarom de vorm van de bevolkingspiramide is veranderd.
C. Vergelijk figuur 7.9 in het basisboek met figuur 7.6. Bij welke fase in het
demografisch transitiemodel hoort de piramide het best? Leg je antwoord uit.

opdra

Opdracht 3: Levensverwachting.
A. Wanneer je goed bron 1 bekijkt, kun je ook zien wat de levensverwachting per
jaar is. Hoe kun je dit zien?
B. Maak een nieuwe grafiek over de levensverwachting. Zet, net als bij vraag 2A, de
jaren in de horizontale as. Zet in de verticale as de jaren (50 tot 100).
C. Wat valt op wanneer je de zojuist getekende grafiek bekijkt?
D. Hoe zou je de, bij vraag 3C geconstateerde verandering, kunnen verklaren?
Opdracht 4: (niet) natuurlijke bevolkingsgroei.
Iemand doet een stelling: ‘Bevolkingsdiagrammen houden rekening met zowel
natuurlijke als niet natuurlijke bevolkingsgroei, in tegenstelling tot het demografisch
transitiemodel.’
A. Wat voor bevolkingsgroei laat het demografisch transitiemodel zien?
B. Wat is het verschil tussen natuurlijke- en niet natuurlijke bevolkingsgroei?

Opdracht 3: Levensverwachting.
A. Wanneer je goed bron 1 bekijkt, kun je ook zien wat de levensverwachting per
jaar is. Hoe kun je dit zien?


Opdracht 4: (niet) natuurlijke bevolkingsgroei.
Iemand doet een stelling: ‘Bevolkingsdiagrammen houden rekening met zowel
natuurlijke als niet natuurlijke bevolkingsgroei, in tegenstelling tot het demografisch
transitiemodel.’
A. Wat voor bevolkingsgroei laat het demografisch transitiemodel zien?
B. Wat is het verschil tussen natuurlijke- en niet natuurlijke bevolkingsgroei?

Ontgroening

• Gaat niet over groen!
  
• De afname van het aantal mensen dat jonger is dan 19.
• Minder groot aandeel jongeren dus!
• Oorzaak: geboortebeperking
  

Vergrijzing

• Stijging van het aandeel 65+'ers
• Aandeel ouderen wordt dus groter!
  

Jongeren en ouderen kosten geld!

• Jongeren kosten geld, want ze verdienen relatief weinig
• Betalen dus bijna geen belasting
• Maar moeten wel naar school, hebben zorg nodig etc.

Ouderen kosten geld!

• Zijn met pensioen en zijn niet meer productief
• Maken relatief veel gebruik van zorg

Vergrijzing en ontgroening in ontwikkelde landen

Toename voor ontwikkelde landen in de toekomst

Vergrijzing     1. Betere gezondheidszorg    2. Veel mensen uit de babyboom zijn nu op leeftijd

Ontgroening      1. Geboortebeperking     

Gevolgen vergrijzing voor Nederland en Japan

Gevolgen Nederland: Kost veel geld, pensioen leeftijd omhoog etc.

Japan: Enorme kosten, dorpen met alleen maar ouderen, weinig migratie

Oplossingen: technologie (Robots), buitenlandse werknemers

Groene druk

Aantal 0-19 jarigen

_____________________________________ = Groene druk

Aantal 20-65 jarigen

0-19 jongeren                65+ ouderen

20-65 productieven

Grijze druk

Aantal 65+'ers

-----------------------------------------= Grijze druk

Aantal 20-65 jarigen

Demografische druk?

Groen + Grijs bij elkaar!

Een demografische druk van 60 betekent dat op de 100 mensen uit de productieve leeftijdsgroep er 60 staan uit de niet productieve leeftijds- groepen.

Regionale verschillen

• Binnen Nederland zijn er verschillen in demografische druk

• Noord Nederland
  
• Limburg
  

Opdrachten

• Maak de opdrachten van B114, 115 & 116 uit je opdrachtenboekje
• Je hebt 20 minuten voor de opdracht.
  
• Stoplicht op rood = in stilte werken! oordopjes mag telefoon plat!
• Stoplicht op oranje = Je mag zachtjes overleggen en vragen stellen
• Stoplicht op groen je mag samenwerken
• Heb je vragen steek je hand dan op
• Ben je eerder klaar? laat de opdrachten controleren