Latijn Disco praesens en esse en posse

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
jullie
wij
zij
ik
hij/zij/het
jij
1 / 20
next
Slide 1: Drag question
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
jullie
wij
zij
ik
hij/zij/het
jij

Slide 1 - Drag question

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
tis
mus
nt
o
t
s

Slide 2 - Drag question

petis
A
ik zoek
B
jij zoekt
C
wij zoeken
D
jullie zoeken

Slide 3 - Quiz

petitis
A
ik zoek
B
jij zoekt
C
wij zoeken
D
jullie zoeken

Slide 4 - Quiz

recipiunt
A
ik ontvang
B
hij ontvangt
C
wij ontvangen
D
geen van deze antwoorden

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'recipiunt' dan wel?

Slide 6 - Open question

dicite
A
ik zeg
B
jullie zeggen
C
wij zeggen
D
geen van deze antwoorden

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'dicite' dan wel?

Slide 8 - Open question

het werkwoord 'esse' = zijn
beginnen met es- (zoals 'est')
of met su- (zoals 'sunt')

aan de uitgang kun je zien welke vorm het is!
-m = ik

Slide 9 - Slide

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
estis
sumus
sunt
sum
est
es

Slide 10 - Drag question

sumus
A
ik ben
B
wij zijn
C
jij bent
D
jullie zijn

Slide 11 - Quiz

es
A
ik ben
B
jij bent
C
wij zijn
D
geen van deze antwoorden

Slide 12 - Quiz

este
A
ik ben
B
jij bent
C
hij is
D
wees

Slide 13 - Quiz

Werkwoord
ev
mv
ik ben
wij zijn
jij bent
jullie zijn
hij/zij/het is
zij zijn
estis
sumus
sunt
sum
est
es

Slide 14 - Drag question

het werkwoord 'posse' = kunnen
beginnen met pos-/pot-
daarna een vorm van 'esse' (zoals 'est'/'sunt')

aan de uitgang kun je zien welke vorm het is!
-m = ik

Slide 15 - Slide

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes

Slide 16 - Drag question

potestis
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
jullie kunnen

Slide 17 - Quiz

potes
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 18 - Quiz

possunt
A
ik kan
B
wij kunnen
C
zij kunnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 19 - Quiz

Werkwoord
ev
mv
ik kan
wij kunnen
jij kunt
jullie kunnen
hij/zij/het kan
zij kunnen
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes

Slide 20 - Drag question