Q&A Hechting

HECHTING
1 / 26
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

HECHTING

Slide 1 - Slide

Hechting


Slide 2 - Mind map

Hechting 


'Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie'
(definitie NJI, 2021).  

Slide 3 - Slide

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 4 - Slide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

 4. gehechtheidsvormen

1. Onveilig vermijdend gehecht
2. Onveilig afwerend gehecht
3. Onveilig gedesorganiseerd gehecht
4. Veilig gehechte kinderen

Iedereen krijgt een nummer. Lees in het boek (blz. 214 - 215) de uitleg over jouw soort hechting. Zorg dat je in jouw eigen woorden kunt uitleggen wat het inhoudt. 



Slide 8 - Slide

Wie..............

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

???
Dit kind, heeft geen vertrouwen in de beschikbaarheid van de opvoeder. Het kind vermijdt contact en reageert nauwelijks als de opvoeder terugkomt na afwezigheid. Het kind blijft dan bijvoorbeeld op zijn speelgoed gericht. Het kind heeft vaak plezierig contact met vreemden. Dit is een valkuil bij de signalering, want het lijkt allemaal wel mee te vallen. Een onveilig vermijdend gehecht kind onderdrukt angst en gedraagt zich quasi zelfstandig.
Deze vorm van hechting kan ontstaan als een kind vaak afgewezen of verwaarloosd wordt of veel verschillende opvoeders heeft. Ook zijn de ouders van deze kinderen over het algemeen insensitief.

Slide 11 - Slide

???
Dit kind laat tegenstrijdig gedrag zien: chaotisch, angstig, bizar. Voor het kind is de opvoeder een bron van angst, maar tegelijk de beschermer. Het kind gaat op een wisselende manier met afscheid nemen om, het kan dan ineens verstillen of bang worden. Het gedrag is onberekenbaar. Bijvoorbeeld: het kind kruipt naar de opvoeder en dan ineens bedenkt het zich.
Deze vorm van hechting kan ontstaan door onder andere verwaarlozing, mishandeling, misbruik en/of dreigementen of dat de ouder het kind niet kan beschermen tegen geweld in het gezin. 

Slide 12 - Slide

???
Dit kind is onzeker over de beschikbaarheid van de opvoeder. Het kind zoekt op een ‘zielige’, soms claimende manier contact. Dit kan boos of huilend zijn. Het kind is afwerend en zoekt tegelijk contact. Dat klinkt heel tegenstrijdig, dat is het ook. Een bekend voorbeeld is een baby die achteruit naar zijn ouders toe kruipt. Een onveilig afwerend gehecht kind heeft doorgaans weinig exploratiedrang.
Deze vorm van hechting kan onder andere ontstaan als het kind aandacht niet op het goede moment of niet in de juiste mate krijgt. De ouders van deze kinderen zijn vaak onberekenbaar.

Slide 13 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 14 - Slide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 15 - Slide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 16 - Slide

Veiligheid creëer je door onder andere...
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 17 - Slide

Sensitief / responsief??
Sensitief: gevoelig zijn voor signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren (kijken en luisteren)

 Responsief: adequaat reageren op de signalen: een reactie geven waaruit blijkt dat je de intenties van het kind goed hebt begrepen.

Slide 18 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 

  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht.

  • 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 19 - Slide

Wat is nodig om een veilige hechting te stimuleren?

Slide 20 - Open question

Ga naar:
tekst in het boek en 
https://wij-leren.nl/hechtingsstoornissen-hechting.php

Hier vind je kenmerken en tips voor leerkrachten.
Maak in tweetallen een folder, waarin je de theorie gebruikt.

Slide 21 - Slide

Documentaire:
'De kinderen van de Hondsberg'




Een film over Celine 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Hoe creëren wij veiligheid?

Slide 24 - Open question

Welk gedrag van Celine valt nu te verklaren?

Slide 25 - Open question

Wat neem je nu mee in de begeleiding van kinderen/jongeren met een hechtingsstoornis.

Slide 26 - Open question